De Telecommunicatiewet (hierna: Tw) wordt gewijzigd in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2018/1972 tot vaststelling van het Europees wetboek van elektronische communicatie (hierna: EECC). De gewijzigde Tw zal op verschillende vlakken zorgen voor veranderingen. Een van de grootste veranderingen is de komst van artikel 3.20a Tw. Dit artikel maakt het mogelijk om naast het overdragen van frequentieruimte (ook wel spectrum genoemd) ook spectrum te (ver)huren.
Onder de huidige regeling van de Tw is het gebruik van een vergunningsplichtig spectrum alleen mogelijk als de gebruiker ook daadwerkelijk de bijbehorende vergunning in zijn bezit heeft. De vergunninghouder kan deze vergunning overdragen, mits de minister hier toestemming voor heeft gegeven. Zoals eerdergenoemd komt hier met de voorgestelde wijziging van de Tw een optie bij: een spectrumgebruiker kan een licentie voor gebruik van een bepaald spectrum huren van de partij die de vergunning bezit1. Er zijn twee mogelijke scenario’s bij het (ver)huren van spectrum. Het eerste scenario is dat een MNO2 spectrum verhuurt aan een andere MNO. Het tweede scenario is dat een MNO spectrum verhuurt aan of huurt van een MVNO3. Het verhuren van een MVNO aan een MNO zal echter minder snel voorkomen. Dit komt allereerst door de vaststelling van de capregeling4. Daarnaast is verhuur van spectrum alleen mogelijk wanneer het spectrum is verkregen tegen betaling.
Grenzen aan de verhuur van frequentieruimtes
Allereerst dienen de partijen zich te houden aan de algemene verplichtingen van de EECC. Daarnaast kan de houder van een vergunning alleen spectrum verhuren wanneer er toestemming is gegeven door de Minister van Infrastructuur en Waterstaat. Verder moeten lidstaten het verhuren van spectrum aanmoedigen, tenzij de verhuur de mededinging zal verstoren (artikel 52 EECC).
Naast het beschermen van de mededinging kunnen vier andere situaties het verhuren van spectrum belemmeren. Deze situaties zijn opgenomen in artikel 3:20a Tw. Allereerst moet de houder de vergunning tegen betaling hebben verkregen, wanneer de vergunning om niet is verkregen is verhuur dus niet toegestaan. Daarnaast kan een houder zijn vergunning niet verhuren wanneer de vergunning is uitgegeven voor een commerciële omroep (bijv. een radio- of televisieomroep). De derde belemmering is dat de huurder van een vergunning de vergunning niet door kan verhuren. Tot slot is verhuur niet mogelijk wanneer niet wordt voldaan aan de capregeling5. Bij het huren van spectrum mag een MNO of MVNO de grens van 40% niet overschrijden.
Mogelijke scenario’s voor verhuur
MNO’s zullen niet snel geprikkeld zijn om hun frequentieruimtes te verhuren. Zij zullen dit alleen doen wanneer hun eigen dienstverlening en concurrentiepositie niet in gevaar komt6. Een denkbaar voorbeeld is dat een MNO zijn spectrum verhuurt wanneer het spectrum niet wordt gebruikt. Een tweede mogelijke verhuursituatie doet zich voor op het moment dat het de MNO niet gelukt is de volledige frequentiecapaciteit te bemachtigen. Een MNO die op dat moment niet aan de capregeling zit, kan er dan voor kiezen om een frequentieruimte voor een langere periode te huren, zodat het maximum van de capregeling wel wordt gehaald7.
Conclusie
Met de implementatie van de EECC wordt het mogelijk gemaakt om tussen MNO’s of tussen een MNO en een MNVO spectrum te (ver)huren. Dit zal gebeuren in een situatie waarbij de dienstverlening en concurrentiepositie van een partij niet in het geding komt. Denk hierbij aan het verhuren van frequentieruimte die niet wordt gebruikt of aan de situatie dat het de vergunninghouder niet is gelukt om de volledige capregeling op te vullen.
Aan het (ver)huren van spectrum zitten een aantal voorwaarden. Zo moeten partijen zich houden aan de algemene verplichtingen uit de EECC en moet de Minister van Infrastructuur en Waterschap toestemming verlenen. De Europese Unie moedigt lidstaten aan om het (ver)huren te steunen, maar toestemming dient te worden ontzegd wanneer de mededinging in het geding komt. Situaties die het verhuren van spectrum belemmeren zijn opgenomen en uitgewerkt in artikel 3.20a Tw.
Heb je vragen naar aanleiding van dit artikel? Neem gerust contact op met Quirine Tjeenk Willink.