In ons eerdere artikel hebben we aandacht besteed aan het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: “Hof EU”) van 14 januari 2021 (ECLI:NL:EU:C:2021:7) waaruit het volgende volgde:
- Een belanghebbende heeft toegang tot de rechter bij milieubesluiten, ook al heeft hij geen zienswijze tegen het ontwerp van het besluit ingediend.
- Iedereen die een zienswijze mag indienen tegen het ontwerp besluit en daarvan gebruik maakt heeft ook toegang tot de rechter, ook wanneer zij geen belanghebbende zijn.
Dit is een groot verschil met de Nederlandse wetgeving (Algemene wet bestuursrecht, hierna: “Awb”). In de Nederlandse wetgeving is het indienen van een zienswijze tegen het ontwerp voorwaarde voor het instellen van beroep bij de rechter én is het zijn van belanghebbende altijd voorwaarde voor het instellen van beroep bij de rechter, ook als je wél eerder een zienswijze mocht indienen.
Het Hof EU oordeelde dus dat de Nederlandse wet, voor zover het gaat om milieubesluiten, in strijd is met het Europese recht.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: “Afdeling”) heeft onlangs in een uitspraak van 14 april 2021 (ECLI:NL:RVS:2021:786) het Hof EU gevolgd en verduidelijkt wanneer je wel of niet toegang hebt tot de rechter.
Het oordeel van de Afdeling
De Afdeling vertaalt het arrest van het Hof EU naar het Nederlandse bestuursprocesrecht door te concluderen dat op basis van dit arrest in ieder geval het recht van belanghebbenden om beroep in te stellen tegen “Aarhus-besluiten”, niet afhankelijk mag worden gesteld van het indienen van een zienswijze tegen het ontwerp. Dit geldt niet alleen voor het beroepsrecht als zodanig, maar ook voor de tot dusverre in de rechtspraak toegepaste, zogenaamde onderdelentrechter bij “Aarhus-besluiten”. Als bijvoorbeeld een ontwerpbesluit bestond uit een onderdeel natuur en een onderdeel milieu en er was alleen een zienswijze gericht tegen het natuurdeel, dan kon je later niet meer in beroep tegen het milieudeel want daar was geen zienswijze tegen gericht. Ook deze onderdelentrechter geldt dus niet meer bij milieubesluiten.
Welke zaken vallen onder “milieubesluiten”?
De Afdeling verwacht dat er in de praktijk zo veel situaties zullen zijn waarin zo’n inhoudelijke en soms zeer gecompliceerde beoordeling moet worden verricht om na te gaan of het besluit onder de werkingssfeer van het arrest van het Hof EU valt, dat de Afdeling dat voor de rechtspraktijk onwerkbaar acht. In afwachting van een oplossing door de wetgever kiest de Afdeling daarom voor een uit oogpunt van rechtsbescherming ruimhartige uitleg.
Daarom zal in alle gevallen waarin in omgevingsrechtelijke zaken de uitgebreide openbare voorbereidingsprocedure is toegepast, artikel 6:13 van de Awb niet worden tegengeworpen aan belanghebbenden. Daarbij beschouwt de Afdeling als omgevingsrechtelijke zaken de zaken over besluiten op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, Wet milieubeheer, Wet ruimtelijke ordening, Tracéwet, Wet geluidhinder, Wet natuurbescherming, Ontgrondingenwet, Waterwet, Wet bodembescherming, Wet luchtvaart, Mijnbouwwet, Kernenergiewet, Wet inzake de luchtverontreiniging, Wet bescherming Antarctica en andere wetten en regelingen op het gebied van het milieu en de ruimtelijke ordening.
De Afdeling tekent hierbij aan dat deze ruimhartige uitleg van het verdrag alleen een rol speelt bij de beoordeling van de ontvankelijkheid, maar niet bij de inhoudelijke toetsing van een besluit.
Voor alle omgevingsrechtelijke zaken wordt dus de lijn van het Hof EU gevolgd. Dit is een ruimere uitleg dan het Hof EU gaf, omdat het daar alleen ging om besluiten met een aanzienlijk milieu effect.
De gevolgen voor de praktijk
Totdat de wet is aangepast kan dus in alle gevallen waarin in milieu- en ruimtelijke ordeningszaken de uitgebreide voorbereidingsprocedure is toegepast, beroep worden ingesteld door belanghebbenden, ook al is geen zienswijze ingediend. Daarnaast mag iedereen die wel een zienswijze heeft ingediend beroep instellen ook al is deze geen belanghebbende.
Tot slot
Heeft u nog vragen over dit artikel? Aarzel dan niet om contact op te nemen met Anita Nijboer en Laura van Moorsel.