Er komt een nieuwe wet ter vereenvoudiging en modernisering van het bewijsrecht: wat verandert er per 1 januari 2025?
Op 1 januari 2025 treedt een nieuwe wet in werking om het bewijsrecht te vereenvoudigen en moderniseren: de zogenoemde Wet vereenvoudiging en modernisering bewijsrecht. Met de nieuwe wet zou het bewijsrecht in civiele procedures moeten worden versimpeld en verbeterd. Het zou bijvoorbeeld makkelijk moeten worden om bewijs te verzamelen vóór het starten van een procedure bij de rechter. Ook wordt de meer actieve rol van de rechter wettelijk vastgelegd. Wat gaat er precies veranderen per 1 januari 2025?
Bewijsrecht in civiele procedures
Het bewijsrecht regelt hoe partijen bewijs kunnen leveren in een civiele procedure. Partijen kunnen bijvoorbeeld schriftelijk of met video/audio opnamen bewijs leveren, door getuigenverklaringen over feitelijke gebeurtenissen of door een deskundigenbericht waarin een deskundige zijn opinie geeft. Om deze bewijsmiddelen veilig te stellen en ook om toegang hiertoe te krijgen, heeft een partij verschillende mogelijkheden, ook wel “bewijsverrichtingen” genoemd. Verder bepaalt het bewijsrecht ook wanneer partijen bewijs kunnen leveren en op welke partij de bewijslast rust om zijn of haar standpunten en stellingen te bewijzen. Daarnaast bevat het bewijsrecht regels over hoe de rechter het geleverde bewijs moet “waarderen”, dat wil zeggen in welke mate de rechter waarde hecht aan het geleverde bewijs.
Wat gaat er veranderen per 1 januari 2025?
Het bewijsrecht gaat op een aantal punten veranderen na de inwerkingtreding van de nieuwe wet. De belangrijkste veranderingen zetten wij op een rijtje:
- De rechter krijgt een actieve(re) rol: de nieuwe wet geeft de rechter een actieve rol om bij te dragen aan materiele waarheidsvinding. Zo krijgt de rechter de bevoegdheid om op eigen initiatief de grondslag van de vordering, verzoek of verweer te bespreken met partijen. Deze actievere rol van de rechter in een procedure was in de praktijk al wel duidelijk zichtbaar, maar nog niet wettelijk vastgelegd.
- Regeling (weigeren) verstrekken stukken: als een partij niet aan het bevel van de rechter wil voldoen om bepaalde stellingen toe te lichten of stukken te verstrekken, dan wordt nu geïntroduceerd dat een andere kamer hierover kan oordelen of daarna de zaak kan overnemen. Dit om te voorkomen dat een partij wordt benadeeld doordat de behandelende rechter al kennis heeft genomen van de betreffende informatie, terwijl deze (on)terecht niet in de procedure wordt gedeeld.
- Het wordt eenvoudiger gemaakt om aan bewijs te komen: met de nieuwe wet wordt het mogelijk om in één verzoekschrift de rechter te vragen om verschillende bewijsverrichtingen toe te staan. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een verzoek tot afgifte van bepaalde stukken (ook wel de exhibitievordering genoemd), gecombineerd met het verzoek tot een houden van getuigenverhoor. De beoordeling van dit verzoek wordt voor de verschillende bewijsverrichtingen hetzelfde. Zodra de bodemprocedure loopt, zal een partij die nog voorlopige bewijsverrichtingen wil doen zich tot de behandelende rechter moeten wenden.
- Het recht op inzage/afgifte van stukken (de exhibitievordering) wordt verduidelijkt: de regels over het recht op inzage in of afgifte van stukken worden aangevuld. Er wordt ook vastgelegd dat het inzagerecht ingezet kan worden voor documenten die in het bezit zijn van derden die géén partij zijn bij het geschil. Verder wordt vastgelegd dat de regels ook gaan gelden voor moderne vormen van informatie, zoals computerbestanden. Deze verduidelijking komt er vooral op neer dat de lijn van de Hoge Raad in de wet wordt verankerd.
- Proces-verbaal van constateringen door deurwaarder: het wordt wettelijk mogelijk om een deurwaarder te vragen om een zogenaamd ‘proces-verbaal van constateringen’ op te stellen. Een proces-verbaal van constateringen bevat een objectieve beschrijving van feitelijke omstandigheden die de deurwaarder aantreft. Een proces-verbaal van constateringen levert dwingend bewijs op waardoor een rechter de inhoud daarvan als waar moet aannemen.
- Het conservatoir bewijsbeslag wordt wettelijk vastgelegd: de mogelijkheid tot het leggen van conservatoir bewijsbeslag wordt wettelijk vastgelegd. Het leggen van conservatoir bewijsbeslag is een maatregel die een partij kan nemen om bewijs te veilig te stellen. Dit moet dan worden opgevolgd met een exhibitievordering waarin de beslaglegger inzage/afgifte van de in beslag genomen stukken vordert.
- Vrije bewijswaardering voor partijgetuigenverklaring: de beperkte bewijskracht van een partijgetuigenverklaring wordt afgeschaft. Dat betekent dat de vrije bewijswaardering ook gaat gelden voor verklaringen die een partij als getuige aflegt en de rechter dus vrij is in het waarderen van een verklaring van een van de partijen zelf.
Kortom, er gaat het een en ander veranderen met de nieuwe wet waardoor het bewijsrecht nog beter, duidelijker en praktischer wordt. In de praktijk zal een deel van de wijzigingen minder impact hebben.
Inwerkingtreding
De nieuwe regels gaan gelden voor procedures die ná 1 januari 2025 worden gestart of na dat moment naar een hogere instantie gaan. De nieuwe regels zijn níet van toepassing op procedures die op dat moment al lopen. Indien een rechter op of na de datum van inwerkintreding van de nieuwe wet uitspraak doet, zal bij een eventueel vervolg bij een hogere instantie het nieuwe recht van toepassing zijn.
Heb je nog vragen over dit artikel of een specifieke kwestie? Neem dan contact op met Isabel van Tuyll van Serooskerken, Joran Spauwen of Noor de Werd.