Als een werknemer uit dienst gaat krijgt hij vaak zijn openstaande vakantiedagen uitbetaald. Veelal wordt bij de berekening uitgegaan van het basisloon, vermeerderd met de vakantietoeslag. Uit de rechtspraak blijkt echter dat ook een vaste dertiende maand, vaste eindejaarsuitkering, winstdeling, bonus, provisies en persoonlijke toeslagen tot het vakantieloon kunnen behoren. Wat betreft het werkgeversdeel pensioenpremie laat de rechtspraak een wisselend beeld zien. De algemene lijn leek te zijn dat dit tot het vakantieloon moet worden gerekend. Op 8 augustus 2018 heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden echter geoordeeld dat het werkgeversdeel pensioenpremie niet tot het vakantieloon behoort.
Uitgangspunt: economisch gelijke positie tijdens vakantie
Uitgangspunt is dat de werknemer gedurende vakantie in een economisch gelijke positie moet worden gebracht als tijdens gewerkte periodes. Tijdens vakantie moet de werknemer dan ook zijn gebruikelijke loon ontvangen. Daarbij dienen alle componenten die ‘intrinsiek samenhangen met de werkzaamheden’ te worden meegenomen.
Het werkgeversdeel pensioenpremie is een vreemde eend in de bijt. De pensioenpremie wordt niet aan de werknemer zelf, maar aan de pensioenuitvoerder betaald en behoort daarmee niet tot het loon. Algemene lijn in de rechtspraak leek te zijn dat het werkgeversdeel pensioenpremie tot het vakantieloon behoort; slechts een enkele rechter oordeelde dat het werkgeversdeel pensioenpremie niet tot het vakantieloon behoort.
Hof Arnhem-Leeuwarden
In afwijking van de (nagenoeg) eenduidige lijn in de rechtspraak, oordeelde het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 8 augustus 2018 dat het werkgeversdeel pensioenpremie niet tot het vakantieloon behoort. Hieraan legt het hof ten grondslag dat de werknemer gedurende het bestaan van de arbeidsovereenkomst nooit aanspraak heeft kunnen maken op uitbetaling van het werkgeversdeel pensioenpremie. Bovendien is geen sprake van een intrinsiek verband met de werkzaamheden, maar meer met het bestaan van de arbeidsovereenkomst als zodanig. Ook volgt uit het beginsel dat het gebruikelijke loon tijdens vakantie moet worden doorbetaald niet dat het vakantieloon meer moet bedragen dan het normale loon. Dat zou in strijd zijn met het uitgangspunt dat werknemers geen financiële belemmeringen mogen ondervinden bij het opnemen van vakantiedagen. Indien een niet-genoten vakantiedag tegen een hogere vergoeding aan het einde van de arbeidsovereenkomst kan worden verzilverd dan het loon dat tijdens de vakantie moet worden doorbetaald, zou dat juist kunnen leiden tot perverse prikkels om geen vakantie op te nemen, aldus het hof.
Met deze conclusie staat de uitspraak van het hof lijnrecht tegenover eerdere uitspraken. Daarmee is nu onzeker of het werkgeversdeel tot het vakantieloon moet worden gerekend.
Het laatste woord is nog niet gezegd
Werkgevers dienen er rekening mee te houden dat de waarde van een vakantiedag meer omvat dan alleen het basissalaris en de vakantietoeslag. Uit de rechtspraak volgt dat tot het vakantieloon in ieder geval kunnen behoren de vaste dertiende maand, de vaste eindejaarsuitkering, een winstdeling, bonus, provisies en persoonlijke toeslagen. Ook het werkgeversdeel pensioenpremie moet tot het vakantieloon worden gerekend, zo leek de lijn te zijn in de rechtspraak. Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft deze lijn echter aan het wankelen gebracht. Het zou wenselijk zijn als de Hoge Raad meer duidelijkheid verschaft.
Indien u vragen heeft of twijfelt over de berekening van de waarde van een vakantiedag, kunt u contact met ons opnemen.