Subsidies zijn publieke gelden die verstrekt worden om bepaalde activiteiten van de grond te laten komen. Met die gelden moet zorgvuldig worden omgesprongen en daar komt een hoop bij kijken. De ontvanger van een subsidie zal om te beginnen de activiteiten waarvoor hij subsidie heeft ontvangen moeten verrichten als hij terugvordering van de subsidie wil voorkomen. Daarnaast zal hij aan de subsidie verbonden verplichtingen moeten nakomen en in de regel de besteding van de gelden moeten verantwoorden. De ervaring leert dat dit vaak goed gaat, maar gelet op de grote aantallen subsidies die jaarlijks worden verstrekt, gaat het natuurlijk ook wel eens mis. De activiteiten waarvoor de subsidie is verleend hebben bijvoorbeeld niet (geheel) plaatsgevonden of de aan de subsidie verbonden verplichtingen zijn niet nagekomen. De subsidieverstrekker kan dan besluiten de subsidieverlening in te trekken of de subsidie lager vast te stellen.
De subsidieontvanger kan vervolgens in een volgende subsidieronde een nieuwe aanvraag indienen, die voldoet aan alle criteria om voor subsidie in aanmerking te komen. Met het oog op zijn antecedenten uit de vorige subsidieronde, kan het echter onwenselijk zijn dat aan die aanvrager opnieuw subsidie wordt verstrekt. In dat geval rijst de vraag of het bestuursorgaan waarbij de subsidie wordt aangevraagd, kan besluiten de aanvraag niet te honoreren vanwege zijn eerdere ervaringen met de aanvrager. In deze bijdrage beschrijven wij de juridische mogelijkheden om een weigering van de subsidieaanvraag te baseren op antecedenten van de aanvrager.
Download het volledige artikel via onderstaande knop.
Meer weten? Neem dan contact op met Jan van der Grinten of Jutta Wijmans, advocaten bestuursrecht bij Kennedy Van der Laan.