Op zaterdag 18 en zondag 19 april nam ik deel aan de ‘Appathon’ van het ministerie van VWS. Zoals collega Joost Linnemann en ik onlangs al bepleitten moeten we als experts waar mogelijk verantwoordelijkheid nemen en een bijdrage leveren aan oplossingen in de strijd tegen het corona-virus. Dat levert meer op dan vanaf de zijlijn roepen dat iets niet goed gaat.
Het ministerie heeft voor een moedige aanpak gekozen door vanuit een intelligente lockdown te zoeken naar innovatieve manieren om gecontroleerd de teugels te kunnen laten vieren. Gecontroleerd om niet onnodig mensenlevens in gevaar te brengen en ook om de druk op de zorg beheersbaar te houden.
Positief is dat het ministerie draagvlak zoekt voor de inzet van slimme technologieën: het heeft experts én het publiek betrokken bij de verkenning van de mogelijkheden en het (door)ontwikkelen van apps.
Dat neemt niet weg dat er (terecht) kritiek is op het proces. De tijdsdruk was te groot en de organisatie vanuit het ministerie had beter gekund. Dit gaat onvermijdelijk ten koste van de kwaliteit. Ik deel de kritiek van een aantal experts in de media en na de eerste expertsessie donderdag heb ik serieus getwijfeld om mij ook terug te trekken.
Een korte terugblik. Op donderdag kregen 65 experts, opgedeeld in tien teams, een aantal van de totaal ongeveer 70 voorstellen voorgelegd. Die werden pas op de dag zelf bekend gemaakt. Per voorstel was er tien minuten tijd om in te lezen en vervolgens een kwartier om met andere experts van gedachten te wisselen. Het was in mijn beleving niet meer dan een grove zeef om het ministerie te helpen uit pakweg 700 voorstellen een aantal kansrijke voorstellen te filteren. Veel experts trokken zich terug na de mededeling dat zeven voorstellen ‘na een strenge selectie door experts’ waren geselecteerd. Die mededeling deed absoluut geen recht aan het proces. Ook ik voelde me niet comfortabel bij de wijze waarop de uitkomst van de dag werd gepresenteerd. De Appathon die volgde bood weliswaar gelegenheid om tot verdieping te komen, maar de voorbereidingstijd was wederom zeer beperkt. Inmiddels is de openbare samenvatting van een privacy-analyse van de voorstellen door de landsadvocaat beschikbaar evenals een analyse van de beveiliging door KPMG. De Autoriteit Persoonsgegevens maakt vandaag haar bevindingen openbaar.
Mijn conclusie is dat er onvermijdelijk nog een zeer grondige nadere analyse van de voorstellen moet plaatsvinden. En dan is cruciaal dat experts (epidemiologen, techneuten, beveiligers, gedragswetenschappers, privacy-experts) in een daadwerkelijke co-creatie sessie definiëren hoe een slimme technologie op verantwoorde wijze kan bijdragen aan het terugdringen van de pandemie.
Vanuit mijn expertise is het beeld dat het mogelijk is om corona-apps privacy-vriendelijk in te richten. De AVG verplicht daartoe: het zogenaamde vereiste van privacy by design. Cruciale elementen zijn pseudonimiseren, dataminimalisatie, vrijwilligheid, de ‘betrokkene ín control’, strikte doelbinding en een sunset regime.
Het is essentieel dat de invoering wordt begeleid en ingekaderd door wetgeving, om de genoemde uitgangspunten ‘op te harden’ en naleving te kunnen afdwingen. Het gaat dan ook om ‘flankerend beleid’ waarmee wordt voorkomen dat doelbinding verwatert, mensen sociaal gedwongen worden om de apps te gebruiken en/of data te delen (met werkgevers) of om gebruik te mogen maken van voorzieningen, zoals openbaar vervoer; restaurant, etc.
Ons aanbod aan de minister dat een team van gerenommeerde privacy-experts bereid is om pro bono te adviseren staat uiteraard nog steeds. Wij staan klaar om mee te denken!