Manipulatieve inschrijving
Vonnis Voorzieningenrechter Rechtbank Breda 6 oktober 2010, LJN: BO0109
De gemeente Geertruidenberg heeft een openbare aanbestedingsprocedure gevolgd met betrekking tot het leveren en uitzetten van minicontainers voor het inzamelen van oud papier. De opdracht is gegund op basis van de laagste totaalprijs, die werd bepaald door het onderling wegen van de aangeboden tarieven. De factoren ‘prijs per container’ en ‘uitzetkosten per container’ wogen het zwaarst, met 45% respectievelijk 40%. Drie andere factoren wogen slechts voor 5% mee, zoals ‘het aanbrengen van een sticker per container’.
DVL Milieuservice heeft een inschrijving ingediend voor deze opdracht. De gemeente heeft de aanbieding van DVL uitgesloten van de aanbestedingsprocedure, onder andere omdat DVL manipulatief zou hebben ingeschreven. DVL heeft op de onderdelen met een lage wegingsfactor extreem hoge tarieven aangeboden en op de onderdelen met een hoge wegingsfactor extreem lage tarieven. Het gevolg van deze inschrijving is dat DVL weliswaar de laagste eindscore van alle inschrijvers heeft behaald, maar dat de aangeboden prijs juist de hoogste is. Reden waarom de gemeente Geertruidenberg de inschrijving ongeldig heeft verklaard.
Vooropgesteld moet worden dat strategisch inschrijven is toegestaan. Gunningscriteria zijn immers bedoeld om aan inschrijvers kenbaar te maken op welke wijze de aanbiedingen worden beoordeeld en dus op welke wijze de aanbesteding kan worden gewonnen. Het ligt dan in de rede dat inschrijvers hun aanbieding op zo’n manier mogen opstellen dat daarmee de maximale score wordt behaald. Aanbesteders zijn meestal niet erg happig op strategische inschrijvingen. Dergelijke inschrijvingen frustreren doorgaans de beoogde beoordelingssystematiek. Bovendien hoeft de inschrijving met de hoogste score niet de kwalitatief beste aanbieding te zijn.
Een strategische inschrijving mag niet zomaar terzijde worden gelegd. De aanbesteder moet er daarom goed op letten dat met de gekozen beoordelingsmethode strategisch inschrijven niet mogelijk is. Het is aan te bevelen de beoordelingssystematiek vantevoren goed door te rekenen. Daarnaast wordt in aanbestedingsstukken vaak de eis gesteld dat een ‘marktconforme’ en ‘realistische’ aanbieding moet worden gedaan en vermeld dat strategisch inschrijven niet toelaatbaar is. Indien dan toch een strategische inschrijving ingediend, is deze strijd met de beoordelingscriteria en kan de aanbesteder de inschrijving ongeldig verklaren. Een strategische inschrijving is evenmin toelaatbaar wanneer deze toepassing van de beoordelingssystematiek onmogelijk maakt, omdat er een rekenkundige onmogelijkheid bestaat (zoals bijvoorbeeld delen door nul). Tot slot laat een aantal uitspraken zien dat een strategische inschrijving die irreëel en feitelijk onmogelijk is niet toelaatbaar is. Hier moet worden gedacht aan bijvoorbeeld negatieve prijzen.
De voorzieningenrechter van de rechtbank Breda heeft geoordeeld dat DVL met haar inschrijving de grenzen van een geoorloofde strategische inschrijving heeft overschreden. In deze aanbesteding heeft de gemeente gekozen voor een beoordelingssysteem dat strategisch inschrijven niet onmogelijk maakt. Ook heeft de gemeente niet expliciet in de aanbestedingsstukken opgenomen dat strategisch inschrijven niet is toegestaan en dat een reële aanbieding moet worden gedaan. Bovendien leidde de inschrijving van DVL niet tot een rekenkundige onmogelijkheid. Toch oordeelde de rechtbank Breda dat het “voor iedere normaal oplettende inschrijver duidelijk zijn geweest dat deze systematiek van aanbesteding meebrengt dat het beoogde doel van de aanbestedingsprocedure selectie van de laagste prijs is en dat per onderdeel een realistisch tarief moet worden geboden”. DVL heeft met haar inschrijving weliswaar de hoogste score behaald, maar tegelijkertijd de hoogste prijs aangeboden. Volgens de rechtbank Breda is het hanteren van zeer lage tarieven bij een hoge wegingsfactor en zeer hoge tarieven bij een lage wegingsfactor manipulatief en daarmee ongeoorloofd. De gemeente heeft de inschrijving van DVL dan ook terecht ongeldig verklaard.
Met de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Den Bosch lijkt de bewegingsvrijheid van inschrijvers om optimaal gebruik te maken van de door de aanbesteder gehanteerde beoordelingssystematiek om de maximale score op het gunningscriterium te behalen te zijn beperkt. Inschrijvers moeten dan ook goed opletten bij het opstellen van hun (strategische) aanbieding. Voor aanbesteders betekent deze uitspraak dat zij niet realistische inschrijvingen mogen uitsluiten van de aanbestedingsprocedure.