Op 29 mei 2019 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in tien zaken waarbij het Programma Aanpak Stikstof (PAS) een rol speelt.
De Afdeling Bestuursrechtspraak heeft geoordeeld dat de PAS in strijd is met de Habitatrichtlijn en dus niet gebruikt had mogen worden bij besluitvorming en het geven van toestemmingen.
De gevolgen hiervan voor reeds genomen besluiten zijn de volgende.
1) Iedere vergunning of toestemming voor een activiteit die stikstofdepositie veroorzaakt op een Natura 2000-gebied en dat in het PAS is opgenomen, is gebrekkig. Een vergunning die al onherroepelijk is, wordt echter niet geraakt met deze uitspraak.
2) Voor activiteiten die uitgezonderd waren van de vergunningplicht en waarvoor in het geheel geen vergunning is verleend, moet alsnog vergunning worden verleend.
3) Als bij de verlening van vergunningen/besluiten geen beoordeling heeft plaatsgevonden van stikstofdeposities die de grens- en drempelwaarde niet overschrijden, geldt dat deze vergunningen gebrekkig zijn. Ook hier geldt dat een vergunning die al onherroepelijk is, niet geraakt wordt met deze uitspraak.
4) Voor een bestemmingsplan dat voorziet in de inpassing van een activiteit waarvoor eerder een Natuurbeschermingswetvergunning is verleend en die verwijst naar de passende beoordeling voor die vergunning dient een nieuwe passende beoordeling te worden gemaakt. Deze uitspraak kan dus gevolgen hebben voor bestemmingsplannen waarvan de beroepsprocedure nog niet is afgerond en waarin beroepsgronden naar voren zijn gebracht over de toepassing de PAS bij de verwijzing naar de vergunning.
Voor toekomstige besluiten geldt dat de PAS niet meer gebruikt kan worden. Per project moet worden beoordeeld of de extra bijdrage zorgt voor een significant effect. Er gelden geen algemene drempelwaarden waaronder geen sprake is van een significant effect. Als sprake is van een significant effect of verslechtering, kan slechts vergunning worden verleend indien sprake is van een dwingende reden van groot openbaar belang, er geen alternatieven zijn voor het met het project gemoeide doel én compensatie plaatsvindt. We gaan dus terug naar de situatie voordat de PAS werd ingevoerd.
In het artikel hieronder ga ik uitgebreid in op de gebiedsbescherming, de werking van de PAS, de jurisprudentie over welke maatregelen onderdeel kunnen zijn van een passende beoordeling, het arrest van het Hof van Justitie van de EU waarin prejudiciële vragen zijn beantwoord over de PAS en de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 29 mei 2019.