Eerder dit jaar verscheen het boek ‘Drugsbaron’ over het leven van drugscrimineel Janus van Wesenbeeck, geschreven door Vico Olling. In het boek komt onder meer aan de orde dat Weesenbeeck, op wie volgens eigen zeggen het karakter Ferry Bouman in de populaire Netflix serie Undercover is gebaseerd – iets wat de makers van de serie overigens ontkennen – lange tijd in de gaten werd gehouden door de Belgische justitie. Bij het onderzoek naarde criminele organisatie die Van Weesenbeeck vanuit een vakantiepark in België runde, werden onder meer twee undercoveragenten ingezet. Het lukte deze infiltranten om een vriendschappelijke relatie met Van Wesenbeeck en zijn familie op te bouwen.
In het boek ‘Drugsbaron’ zijn foto’s opgenomen uit die tijd. Op een aantal van deze foto’s zijn de twee agenten herkenbaar in beeld gebracht. Volgens de Belgische Staat levert de publicatie van deze foto’s gevaar voor de veiligheid van de agenten op. De Belgische Staat spande een daarom een kort geding bij de rechtbank in Utrecht aan tegen de schrijver en de uitgever van het boek, met als doel om verdere verspreiding van het boek te voorkomen.
Uit het zeer summier gemotiveerde vonnis is lastig op te maken wat er precies is gebeurd tijdens de zitting, die achter gesloten deuren plaatsvond. Wel is duidelijk dat de voorzieningenrechter vindt dat het feit dat de undercoveragenten herkenbaar zijn afgebeeld op de foto’s gelet op hun professionele achtergrond in dit geval onrechtmatig is.
Tijdens de mondelinge behandeling zijn partijen het eens geworden over een oplossing. De Belgische Staat heeft haar eis zo gewijzigd dat het boek niet volledig uit de handel hoeft te worden gehaald, maar dat alleen de foto’s van de undercoveragenten onherkenbaar gemaakt moeten worden. Dat betekent voor de eerste druk (die al is uitgegeven) dat de uitgever ervoor moet zorgen dat boekhandels de verkoop van het boek staken totdat de foto’s van de agenten onherkenbaar zijn gemaakt. Voor wat betreft een nieuwe druk van het boek geldt dat de uitgever deze alleen mag uitbrengen met onherkenbare foto’s. Tegen die vorderingen hebben gedaagden geen verweer gevoerd. De voorzieningenrechter heeft de vorderingen daarom toegewezen en bepaald dat iedere partij zijn eigen proceskosten draagt.