Bijgewerkt op 21-01-2021
De persconferentie van 20 januari jl.
Tijdens de persconferentie van woensdag 20 januari jl. is een aanvullend pakket van maatregelen aangekondigd om het aantal coronabesmettingen verder in te dammen. Het kabinet maakte bekend de huidige lockdownmaatregelen voor de periode tot ten minste 9 februari, aan te willen scherpen met een avondklok. Het OMT had nadrukkelijk aandacht gevraagd voor de avondklok, omdat die een substantiële bijdrage zou kunnen leveren aan het verlagen van de besmettingen. Het kabinet wil zich eerst nog wel verzekeren van de steun van de Tweede Kamer.
In dit artikel gaan wij nader in op deze maatregel en bespreken wij de juridische basis van een avondklok.
Het gebruik van noodbevoegdheden
Het instellen van een avondklok heeft een grondwettelijke basis in artikel 103 lid 1 van de Grondwet:
"De wet bepaalt in welke gevallen ter handhaving van de uit- of inwendige veiligheid bij koninklijk besluit een door de wet als zodanig aan te wijzen uitzonderingstoestand kan worden afgekondigd; zij regelt de gevolgen."
De Coördinatiewet uitzonderingstoestanden (hierna: “Coördinatiewet”) geeft uitvoering aan artikel 103 van de Grondwet. Artikel 1 lid 1 van deze wet luidt
"Ingeval buitengewone omstandigheden dit noodzakelijk maken, kan ter handhaving van de uitwendige of inwendige veiligheid, bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, de beperkte noodtoestand of de algemene noodtoestand worden afgekondigd."
De afkondiging van de noodtoestand geeft verschillende bestuursorganen speciale bevoegdheden, die in verschillende wetten staan opgenomen. Daaronder valt ook het gebruik van bevoegdheden op grond van de Wet buitengewone bevoegdheden burgerlijk gezag (hierna: “Wbbbg”).
Op grond van artikel 1 lid 1 Wbbbg kan die wet echter ook zonder het uitroepen van de (algemene of beperkte) noodtoestand worden geactiveerd. Dit artikel luidt:
"Onverminderd de artikelen 7, eerste lid, en 8, eerste lid, van de Coördinatiewet uitzonderingstoestanden kunnen, ingeval buitengewone omstandigheden dit noodzakelijk maken, bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, de artikelen […] 8, eerste en derde lid, [..] gezamenlijk of afzonderlijk in werking worden gesteld."
Genoemd artikel 8 lid 1 Wbbbg bevat de mogelijkheid een avondklok in te stellen. Het luidt:
"Onze Minister van Veiligheid en Justitie en de commissaris van de Koning zijn bevoegd het vertoeven in de open lucht te beperken."
Met andere woorden: de bevoegdheid tot het instellen van een avondklok kan door een Koninklijk besluit op voordracht van de Minister-President worden “aangezet”. De Minister van J&V kan daar vervolgens uitvoering aan geven.
Het parlement staat overigens niet helemaal buiten spel: op grond van artikel 1 lid 2 Wbbbg moet er meteen na het nemen van het Koninklijk besluit dat artikel 8 Wbbbg activeert, een wetsvoorstel naar de Tweede Kamer worden gezonden over het voortduren van de werking van dat artikel. Als er in het parlement geen steun is voor die wet, moet het Koninklijk besluit onverwijld worden ingetrokken.
Voornemen Kabinet
Uit de brief van minister de Jonge aan de Tweede Kamer van 20 januari jl. blijkt dat het kabinet de avondklok wil instellen op basis van artikel 8 Wbbbg zonder het uitroepen van de (algehele of beperkte) noodtoestand. Daartoe zal artikel 8 Wbbbg bij Koninklijk besluit worden geactiveerd. Vervolgens zal de Minister van Justitie en Veiligheid met een ministeriële regeling de avondklok daadwerkelijk instellen.
De bedoeling is dat die een verbod zal inhouden om zich tussen 20.30u ’s avonds en 04.30u ’s ochtends in de open lucht te begeven. De regeling zal ook de uitzonderingen bevatten op dat verbod. Op internet is al gepubliceerd welke uitzonderingen het kabinet voor ogen heeft, zie https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/coronavirus-covid-19/avondklok.
Het openbaar ministerie heeft aangegeven als richtlijn te hanteren dat voor overtreding van de avondklok een boete van €95,- wordt opgelegd.
Kritiek
Het kabinet wil een ingrijpende maatregel als een avondklok alleen invoeren met steun van de Tweede Kamer. Zoals wij hiervoor al opmerkten, kan het uiteindelijk ook niet zonder die steun omdat het voortduren van de maatregel bij wet moet worden bekrachtigd. Tot nu toe waren veel partijen niet enthousiast. Tegenstanders van de avondklok vinden deze maatregel, die een vergaande inperking van de burgerlijke vrijheden betekent, buitenproportioneel, omdat niet duidelijk is wat het effect op de besmettingen is. Eerder werd er nog een motie aangenomen tegen de avondklok. De kans dat de avondklok inmiddels wel op voldoende steun kan rekenen, lijkt echter gegroeid, nu de Britse variant van het virus snel oprukt en het OMT aandringt op nadere maatregelen.
Samenhang tijdelijke regeling maatregelen covid-19
Vanwege de avondklok zal de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 worden aangepast. Daarin zal onder andere de eerdere sluiting van winkels in de levensmiddelenbranche (20:15u) worden geregeld. Vanwege de vereiste spoed wordt de ministeriële aanpassingsregeling vastgesteld op grond van de spoedprocedure van artikel 58c lid 3 van de Wet publieke gezondheid. Deze aangepaste regeling zal gelijktijdig met de regeling van de avondklok zelf worden bekendgemaakt en ingaan op de dag waarop de avondklok voor het eerst van kracht wordt.
Tot slot
Heeft u nog vragen over het artikel? Aarzel dan niet om contact op te nemen met Jan van der Grinten en Laura van Moorsel.