Algemene voorwaarden zijn ook wel bekend als de kleine lettertjes. Algemene voorwaarden zijn standaardvoorwaarden die een partij (de gebruiker) op met hem gesloten overeenkomsten van toepassing verklaart. Om bij de praktijk aan te sluiten, is in het BW een titel gewijd aan de toepasselijkheid en inhoud van algemene voorwaarden. Verplichtingen die de kern van de prestatie raken, zoals een omschrijving van het geleverde of de prijs, zijn daarvan uitgezonderd.
Over de toepasselijkheid van algemene voorwaarden ontstaat vaak discussie. Om tegemoet te komen aan de praktijk, wordt aanbod en aanvaarding van algemene voorwaarden sneller aangenomen dan het geval zou zijn bij de algemene regels van aanbod en aanvaarding. Het daadwerkelijk lezen en begrijpen van de algemene voorwaarden is daarbij niet vereist. Dit kan ertoe leiden dat een aansprakelijkheidsbeperking of ander (voor de wederpartij) onwenselijk beding geruisloos onderdeel is geworden van de overeenkomst. De wet biedt daar op twee manieren bescherming tegen. Ten eerste kan de wederpartij een beding in algemene voorwaarden vernietigen indien dat beding onredelijk bezwarend is. Voor consumenten (en in uitzonderlijke situaties kleine ondernemingen via de zogeheten reflexwerking) bestaat er ter invulling daarvan de ‘zwarte’ en ‘grijze’ lijst. Zwart zijn bedingen die hoe dan ook onredelijk bezwarend zijn. Grijs zijn bedingen waarvan dit vermoed wordt. Ten tweede moet de wederpartij uiterlijk bij het aangaan van de overeenkomst de mogelijkheid hebben gehad om van de algemene voorwaarden kennis te hebben genomen. Is dat niet het geval geweest, en zijn de algemene voorwaarden niet op juiste wijze ter hand gesteld, dan is dat ook een vernietigingsgrond.
Echter, niet iedereen komt een beroep toe op bovengenoemde twee vernietigingsgronden. Het recht op vernietiging is opgenomen in de wet om met name consumenten en kleine bedrijven te beschermen. Een grote onderneming wordt geacht te hebben ingestemd met de algemene voorwaarden. Volgens de wetsgeschiedenis vormt de mogelijkheid op vernietiging in het geval van een grote partij een onnodige inbreuk op de contractsvrijheid.
De wet bepaalt wanneer een onderneming ‘groot’ is. Ten eerste is een onderneming groot als de rechtspersoon ‘ten tijde van het sluiten van de overeenkomst laatstelijk zijn jaarrekening openbaar heeft gemaakt’ of ten aanzien waarvan recentelijk 2:403 (moedervennootschap verklaart zich hoofdelijk aansprakelijk) is toegepast. In een recent arrest (20 mei 2022) heeft de Hoge Raad bevestigd dat het niet zozeer gaat om de vraag of de rechtspersoon gehouden is om diens jaarrekening openbaar te maken, maar om de vraag of deze daadwerkelijk is gepubliceerd. Hiervoor is gekozen om bewijsproblemen te voorkomen. Immers, publicatie van een jaarrekening is voor de gebruiker eenvoudig na te gaan. Mocht niet aan het eerste voldaan zijn, dan kan een onderneming alsnog ‘groot’ zijn als deze 50 of meer werknemers heeft of indien dit uit het Handelregister volgt.
Let er wel op dat de regeling over algemene voorwaarden niet van toepassing is op overeenkomsten tussen partijen die niet beide in Nederland gevestigd zijn, ongeacht het recht dat de overeenkomst beheerst. In een dergelijk geval wordt teruggevallen op de algemene regels van aanbod en aanvaarding.