Op 22 november is het wetsvoorstel ‘Tijdelijke wet verbreding inzet coronatoegangsbewijzen’ ingediend bij de Tweede Kamer. Dit wetsvoorstel maakt onder bepaalde voorwaarden de inzet van een coronatoegangsbewijs (ctb) op de werkvloer mogelijk.
Na inwerkingtreding van de wet kunnen arbeidsplaatsen bij ministeriële regeling worden aangewezen als plek waar de ctb-plicht geldt. De werkgever kan er dus niet zelf voor kiezen om een ctb in te zetten. Een arbeidsplaats zal alleen worden aangewezen als plek waar een ctb-plicht geldt, als dat vanuit epidemiologisch opzicht noodzakelijk is. Dat is in een kantoorsituatie niet snel aan de orde. Dit maakt de reikwijdte van het wetsvoorstel beperkt.
Hieronder besteden wij aandacht aan de belangrijkste aspecten van het nieuwe wetsvoorstel.
Inhoud van het wetsvoorstel
Het nieuwe wetsvoorstel regelt de volgende vier punten ten aanzien van het coronatoegangsbewijs:
- Wanneer in een sector voor klanten of bezoekers de verplichting al geldt om een QR-code te laten zien, wordt het mogelijk om die verplichting ook op te leggen aan werknemers. Daarbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan werknemers in de horeca.
- Op arbeidsplaatsen buiten de ctb-plichtige sectoren kan het ctb als voorwaarde worden gesteld.
- Ook bezoekers van een arbeidsplaats kunnen straks verplicht worden om een ctb te laten zien. Denk aan bezoekers van een fabriek.
- Er geldt in de categorieën 2 en 3 geen verplichting om een ctb te laten zien wanneer de werkgever op een andere, in een ministeriële regeling bepaalde wijze, zorgdraagt voor een beschermingsniveau dat vergelijkbaar is met het beschikken over een coronatoegangsbewijs.
Inzet van het coronatoegangsbewijs op de arbeidsplaats
Het wetsvoorstel maakt het mogelijk om de verplichting om een QR-code te laten zien uit te breiden naar arbeidsplaatsen in sectoren waar deze verplichting nog niet geldt. Daarbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan fabrieken.
De werkgever kan er niet zelf voor kiezen om een ctb-plicht in te voeren. Bij ministeriële regeling zullen bepaalde terreinen worden aangewezen waar de verplichting gaat gelden. Een ctb-bewijs wordt op een locatie alleen verplicht wanneer dat vanuit epidemiologisch opzicht noodzakelijk is. Het zal daarom in principe alleen gaan om locaties waar het risico om een corona-besmetting op te lopen hoog is, zoals plaatsen met slechte luchtkwaliteit waar onderling geen afstand gehouden kan worden.
De ctb-plicht op een arbeidsplaats ziet op het ‘3G’-bewijs. Een werknemer zal toegang kunnen krijgen tot de arbeidsplaats door een bewijs te tonen van vaccinatie, herstel of een negatieve test. Het tonen van een 2G-bewijs waarbij uitsluitend op basis van vaccinatie of herstel toegang kan worden verleend is niet aan de orde. Dat geldt ook in sectoren waar klanten en bezoekers wel verplicht zijn om een QR-code op basis van herstel of vaccinatie te tonen.
Geen coronatoegangsbewijs bij vergelijkbaar beschermingsniveau
Wanneer een arbeidsplaats wordt aangewezen als locatie waar een ctb-plicht geldt voor werknemers, zal in de ministeriële regeling worden bepaald dat de verplichting niet geldt wanneer de werkgever op een andere, in de regeling bepaalde wijze, zorg draagt voor een beschermingsniveau dat vergelijkbaar is met het beschikken over een ctb.
De werkgever mag dus zelf bepalen of van de werknemers wordt verlangd dat zij een coronatoegangsbewijs laten zien of dat gekozen wordt voor de alternatieve maatregelen. Wanneer wordt gekozen voor de alternatieve maatregelen is het de werkgever niet toegestaan om te differentiëren in de maatregelen. Het door de overheid bepaalde kader moet gevolgd worden.
Wat als de werknemer weigert?
Wanneer de werknemer weigert om een QR-code te laten zien op het werk wordt van partijen verlangd dat zij gezamenlijk tot een oplossing komen. Daarbij kan gedacht worden aan een alternatieve arbeidsplaats of tijdelijke functiewijziging waardoor de ctb-plicht niet geldt.
Indien het voor de werkgever niet mogelijk is om een alternatief te bieden of wanneer de werknemer het alternatief van de hand wijst, zal afhankelijk van de situatie de loondoorbetaling van de werknemer kunnen worden stopgezet. Stopzetten van het loon is aan de orde wanneer het niet werken in redelijkheid voor rekening van de werknemer behoort te komen. Bijvoorbeeld doordat een redelijk alternatief wordt afgewezen of wanneer het testen op corona gelet op de frequentie en concrete testmogelijkheden redelijkerwijs van de werknemer kan worden gevergd. In uitzonderlijke situaties kan de werkgever overgaan tot ontslag.
Privacy
Door de inzet van een ctb-plicht op de werkvloer zal sprake zijn van het verwerken van bijzondere persoonsgegevens door de werkgever. Het verwerken van persoonsgegevens over de aard van de gezondheid van de werknemer is in beginsel verboden op grond van de AVG. Er geldt echter een uitzondering op dit verbod indien verwerking noodzakelijk is om redenen van algemeen belang op het gebeid van volksgezondheid. Deze uitzondering doet zich hier voor, als er een wettelijke basis wordt gecreëerd (de nieuwe wet).
Naast een uitzondering op het verwerkingsverbod moet de werkgever zich kunnen beroepen op een verwerkingsgrondslag. Daarvan is sprake nu de nieuwe wet een wettelijke verplichting creëert voor de werkgever als verwerkingsverantwoordelijke.
Tot slot
Het wetsvoorstel wordt op dit moment behandeld in de Tweede Kamer. Voordat de wet in werking kan treden moeten eerst de Eerste en Tweede Kamer nog instemmen. Als het voorstel wordt aangenomen zullen werkgevers geconfronteerd kunnen worden met een ctb-plicht op de arbeidsplaats. Niet naleven van de verplichting kan leiden tot bestuursrechtelijke sancties of boetes.
Wil je meer weten? Neem contact op met Ilse Baijens of Ester Damen.