Selectie turnster voor Olympische Spelen prematuur?
29 mei 2012
Selectie turnster voor Olympische Spelen prematuur?
Rechtbank Zutphen 23 april 2012, LJN: BW3598
Selectieprocedure Olympische Spelen
Nog zo’n twee maanden en dan beginnen de Olympische Spelen 2012. Voor menig sporter het hoogtepunt in zijn of haar carrière. In de twee seizoenen voorafgaand aan de Spelen kan de sporter nominatie en/of kwalificatie afdwingen door te voldoen aan de vooraf afgesproken prestatienorm. Hoe werkt deze selectieprocedure?
Een belangrijke rol is weggelegd voor NOC*NSF. Zij zendt de sporters uit. De Internationale Federaties (IF's) stellen prestatienormen op, de zogenaamde internationale eisen. In overleg met de sportbonden, stelt NOC*NSF ook 'eigen' nationale prestatienormen op die aanvullend zijn op de eisen van de IF's. Uitgangspunt bij het opstellen van de Nederlandse prestatienormen is dat een sporter zich kwalificeert wanneer hij heeft aangetoond een redelijke kans te hebben om op de Olympische Spelen bij de beste acht in zijn discipline te eindigen. Om voor kwalificatie in aanmerking te komen moet een sporter dus aan beide eisen, die van de IF en van NOC*NSF, voldoen.
De betrokken sportbond doet zo spoedig mogelijk na de prestatie van de sporter een schriftelijke voordracht voor nominatie gericht aan NOC*NSF. NOC*NSF beoordeelt of aan de prestatienorm is voldaan, de nominatiebeslissing. Om zich daadwerkelijk te kwalificeren, dient de sporter ofwel met zijn prestatie directe kwalificatie af te dwingen of vormbehoud te tonen. Indien de genomineerde sporter voldoet aan de eisen, draagt de sportbond de sporter voor kwalificatie voor en NOC*NSF neemt dan het kwalificatiebesluit.
Het kan voorkomen dat meer sporters voor kwalificatie in aanmerking komen dan er kunnen deelnemen aan de Olympische Spelen. In dat geval wordt een interne selectieprocedure bij de sportbond gehanteerd. De sportbond stelt deze interne selectieprocedure zelf op. Bij het bepalen van de selectiecriteria heeft de sportbond een monopoliepositie. Het is dan ook zaak om een transparante en objectieve regeling op te stellen.
Feiten
Celine van Gerner (‘Celine’) maakt deel uit van de nationale turnselectie. NOC*NSF mag één turnster aanwijzen. Voor deelname aan de Olympische Spelen 2012 dient te worden voldaan aan de kwalificatie-eis van NOC*NSF zoals opgenomen in de Algemene Uitgangspunten voor Kwalificatie voor de Olympische Spelen te Londen (hierna: de Algemene Uitgangspunten) en het sjabloon Turnen van de Internationaal Olympisch Comité (IOC) en de FIG.
In het sjabloon Turnen staat onder meer welke kwalificatiemomenten er zijn. Ten aanzien van vormbehoud geldt dat, indien in 2011 een nominatieprestatie wordt geleverd, in 2012 vormbehoud dient te worden getoond. Deze prestatie kan worden behaald op vijf momenten: het Testevent, het EK en drie Worldcups/Challengercups.
De Koninklijke Nederlandse Gymnastiek Unie (‘KNGU’) heeft de “selectieprocedure Olympische Spelen 2012 Turnen Dames” opgesteld. Hieruit volgt dat, indien meerdere turnsters hebben voldaan aan de kwalificatie-eisen, de selectiecommissie haar voordracht uiterlijk één maand na het Testevent doet.
Celine heeft tijdens het WK 2011 een wortelvoetbeentje gebroken. Zij heeft daardoor niet kunnen deelnemen aan het Testevent en zij heeft geen vormbehoud kunnen tonen. De KNGU draagt vervolgens Wyomi Masela (‘Wyomi’) bij NOC*NSF voor als deelneemster aan de Olympische Spelen en Celine als reserve. NOC*NSF deelt de KNGU op 1 maart 2012 mee dat zij de kwalificatie toekent aan Wyomi. Celine is het daar niet mee eens en verzoekt de KNGU om de beslissing tot voordracht van Wyomi te herzien. Tevens vraagt zij om te wachten met een voordracht tot na de wedstrijden die ingevolge het sjabloon Turnen nog kunnen meetellen voor het aantonen van vormbehoud. De KNGU geeft geen gehoor aan de verzoeken van Celine. Zij stelt dat Wyomi aan alle eisen heeft voldaan nu zij zich tijdens het Testevent met haar prestatie rechtstreeks gekwalificeerd heeft voor de Olympische Spelen.
Celine stapt daarop naar de rechter. Celine stelt dat de beslissing van de KNGU om Wyomi af te vaardigen naar de Olympische Spelen prematuur is. Daarnaast stelt Celine dat een beslissing van de KNGU niet als redelijk kan worden aangemerkt omdat over de recente langere termijn de resultaten van Celine beter zijn. Zij vordert daarom intrekking van de voordracht van Wyomi en dat de KNGU haar voordracht pas mag doen na de wedstrijden die in het sjabloon Turnen als kwalificatiemomenten zijn aangeduid. Als Celine in een van die wedstrijden wel vormbehoud toont, dan dient de KNGU een gemotiveerde keuze te maken tussen beide sporters.
De KNGU voert aan dat de selectieregels correct zijn toegepast en dat zij in redelijkheid tot een beslissing heeft kunnen komen. Wyomi heeft aan alle kwalificatie-eisen voldaan. Daarnaast geldt dat de beslissing omtrent een voordracht op grond van de interne selectieprocedures diende te worden genomen binnen een maand na het Testevent. De peildatum was daarom 31 januari 2012 en de afweging op dat moment heeft geleid tot een gemotiveerde keuze voor Wyomi. De beslissing was daarom niet prematuur.
De voorzieningenrechter overweegt dat de KNGU in haar selectieprocedure heeft opgenomen dat de selectiecommissie haar voordracht uiterlijk één maand na het Testevent dient te doen. Deze door de KNGU in haar eigen selectieprocedure vastgestelde subregel verdraagt zich echter niet met de uitgangspunten in het sjabloon Turnen, waarin ook een aantal nog te organiseren wedstrijden wordt aangewezen voor het aantonen van vormbehoud. Bij deze kennelijke inconsistentie in de geldende regels dient te worden uitgegaan van de hogere regels uit de Algemene Uitgangspunten van NOC*NSF en het sjabloon Turnen in plaats van de lagere regel, die de KNGU ter uitwerking daarvan heeft opgesteld. In de hogere regels is weliswaar opgenomen dat een tijdige aanwijzing het uitgangspunt is bij de voordracht, maar voor de voordracht is geen termijn gesteld die is verbonden met het Testevent. De rechter oordeelt dat aangezien nog momenten volgen waarop vormbehoud kan worden getoond, de KNGU nog geen voordracht kan doen. Indien Celine in de resterende wedstrijden vormbehoud toont, dient een keuze gemaakt te worden tussen beide sporters aan de hand van de interne selectieprocedures van de KNGU. De rechter oordeelt dan ook dat de voorbarige beslissing van de KNGU dient te worden ingetrokken.
Conclusie
Deelname aan de Olympische Spelen is voor veel sporters het hoogst haalbare. Het is dan ook zaak dat de selectieprocedures objectief en helder zijn. Dat dit niet altijd het geval is wordt geïllustreerd door de zaak van Celine. Gelet op de grote belangen is het dan ook niet verwonderlijk dat sporters de interne selectieprocedures steeds vaker toetsen bij de rechter. De rechter zal in beginsel marginaal toetsen: zijn de regels voldoende helder en zijn ze tijdig kenbaar gemaakt? Uit de uitspraak inzake Celine volgt het belang dat de regels eenduidig zijn en in lijn met de hogere regels. Hoewel sporters zich eigenlijk op hun prestaties willen (en moeten) concentreren, is het gelet op de veelheid aan regelgeving aan te bevelen dat zij zich goed laten voorlichten over de selectieprocedures en deze niet voor zoete koek aannemen. Een kans op deelname aan de Olympische Spelen komt immers niet voor iedereen tweemaal voorbij.