Op 21 oktober 2022, oordeelde de KNVB Arbitragecommissie over onregelmatige opzegging van de niet tussentijds opzegbare arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd door twee amateurvoetballers. Uitgangspunt bij deze onregelmatige opzegging is dat de spelers de gefixeerde schadevergoeding ter hoogte van de restloonwaarde (salaris tot einde looptijd contract) zijn verschuldigd aan de club. De arbitragecommissie of rechtbank kan dit bedrag matigen als zij dat billijk acht.
Casus
Twee amateurspelers hadden met Jodan Boys onderhandeld om voor de club uit te komen in seizoen 2022/2023. De spelers hadden reeds voor de beoogde ingangsdatum van de arbeidsovereenkomst (lees: voor de start van het seizoen) Jodan Boys geïnformeerd dat zij afzagen van het uitkomen voor Jodan Boys en bij een andere club gingen spelen. Jodan Boys stelde - in twee separate procedures - dat partijen op dat moment al overeenstemming hadden over een arbeidsovereenkomst en vordert bij de arbitragecommissie vergoeding van de spelers voor hun handelwijze.
Overeenstemming over essentialia
De arbitragecommissie oordeelt dat er - ondanks dat er geen getekende overeenkomst was - sprake is van een rechtsgeldige arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, omdat partijen overeenstemming hadden over de essentialia van de overeenkomst. De spelers erkenden aan de arbitragecommissie immers dat er overeenstemming was over de duur (één seizoen), het bedrag van de vaste vergoeding en het bedrag van vergoeding per punt. Er waren daarnaast afspraken gemaakt over het spelen van wedstrijden, het aantal trainingen en de dag waarop de trainingen zouden plaatsvinden. De spelers hebben zich volgens de arbitragecommissie kortom gecommitteerd om in dienst van de club tegen loon gedurende zekere tijd arbeid te verrichten.
Vergoeding bij onregelmatige opzegging
De arbitragecommissie oordeelt dat het afzien van het uitkomen voor Jodan Boys als beëindiging van de arbeidsovereenkomst door de spelers dient te worden beschouwd. Er was geen schriftelijk tussentijds opzegbeding overeengekomen - hetgeen ook ongebruikelijk is bij spelerscontracten in de voetbalwereld - waardoor er sprake is van onregelmatige opzegging door de speler. Jodan Boys maakt daardoor aanspraak op een vergoeding op grond van art. 7:677 lid 4 BW.
Bij de vergoeding speelt volgens de arbitragecommissie onder meer mee: de mate waarin Jodan Boys last of schade heeft van het niet nakomen van de tussen partijen gemaakte afspraak, de redenen die aan de opzegging door de speler ten grondslag zijn gelegd en de mate waarin Jodan Boys heeft bijgedragen aan de ontstane situatie. De arbitragecommissie vindt matiging van de vergoeding in deze zaak op zijn plaats en veroordeelt de spelers tot betaling van vergoeding ongeveer gelijk aan respectievelijk drie en vijf overeengekomen maandsalarissen in plaats van de restloonwaarde (hier: het salaris van één seizoen).
Vergelijkbare recente uitspraken rechtbank
Recent, op 11 oktober 2022, deed rechtbank Zeeland-West-Brabant twee vergelijkbare uitspraken in zaken over eveneens twee amateurvoetballers. Ook deze voetballers hadden voor de ingangsdatum de arbeidsovereenkomst met de club beëindigd (zij hadden overigens wel een getekende arbeidsovereenkomst). De rechtbank kende ook daar een vergoeding toe die aanzienlijk lager lag dan de restloonwaarde. Deze (lagere) vergoeding werd toegekend omdat die overeenkwam met de door partijen contractueel overeengekomen “boete” bij voortijdige beëindiging door de speler.
Profvoetballers
Ook profvoetballers zouden hun arbeidsovereenkomst onregelmatig kunnen opzeggen. Nederlandse clubs kunnen dan alleen vergoeding vorderen en geen ongedaanmaking. De arbitragecommissie kan dan de profspelers veroordelen in een vergoeding die hoger is dan de gefixeerde schadevergoeding. Dit is wettelijk zo bepaald en ter bescherming van het transfersysteem. Voor zover mij bekend heeft een profvoetballer in Nederland nog nooit gebruik gemaakt van deze mogelijkheid althans heeft dat niet tot een procedure geleid. Dit is ook niet geheel verrassend want ook FIFA kan daarnaast de profvoetballer onder omstandigheden bij eenzijdige beëindiging zonder geldige reden veroordelen tot betaling van schadevergoeding en/of gedurende enige maanden schorsen.