Recent heeft de Europese Commissie (EC) een (tweede) overwinning behaald bij de Europese rechter in een zaak tegen Google wegens misbruik van machtspositie. De EC heeft in 2018 een record boete van 4.34 miljard Euro aan Google opgelegd wegens het 7 jaar lang misbruiken van haar positie op het gebied van de Google zoekmachine en Android app store. De Europese rechter heeft de EC nu na een beroep van Google (grotendeels) in het gelijk gesteld (arrest).
Uitbreiding van machtpositie van Google door mededingingsbeperkende afspraken
Google heeft in afspraken met producenten van mobiele telefoons en met mobiele netwerk providers bepalingen opgenomen, die de EC als misbruik beschouwde. Google verplichtte hen om Google Search en Google Chrome te installeren als zij een licentie wilden om Play Store te gebruiken. Bovendien werd het hun verboden om telefoons te verkopen, zelfs als deze geen vooraf geïnstalleerde Google apps hadden, wanneer daarop Android versies waren geïnstalleerd die niet door Google waren goedgekeurd (open source versies: “Android compatible forks”). Google betaalde ten slotte bepaalde vergoedingen aan deze partijen op voorwaarde dat zij exclusief Google Search op hun apparaten installeerden.De EC oordeelde dat Google door deze beperkingen haar al bestaande superdominante positie op het gebied van zoekmachines, en daarmee ook haar inkomsten uit advertenties, beschermde en verstevigde. Daarmee maakte zij het concurrenten onmogelijk om te innoveren en te concurreren, juist op het moment dat er sprake was van een cruciale shift van internet gebruik op een PC, naar mobiele telefoon.
Google ging tegen het boetebesluit in beroep, waarbij zij alles uit de kast haalde: tijdens de pleidooien, die 5 dagen hebben geduurd (de langste ooit) liet Google zich door 40 advocaten bijstaan. Het Gerecht van de EU wees echter op 14 september jl. het beroep op alle relevante onderdelen af (de boete werd op één onderdeel verlaagd; de EC had volgens het Gerecht niet voldoende aangetoond dat de afspraken die betrekking hadden op de bovenbedoelde vergoedingen een mededingingsbeperkend effect konden hebben).
Belang van de uitspraak
De uitspraak is belangrijk voor de toepassing van mededingingsrecht op ondernemingen met machtsposities (daarvan kan al sprake zijn bij een marktaandeel van 40%), met name in digitale markten. Door verschillende nationale mededingingsautoriteiten en rechters worden op dit moment procedures gevoerd tegen de tech-giganten. Zo zal deze uitspraak effect kunnen hebben op procedures tegen bijvoorbeeld Apple, nu in deze uitspraak bevestigd is dat Google en Apple niet met elkaar concurreren. Deze twee partijen hebben de controle over hun eigen, beschermde ecosystemen, die monopolies vormen voor de distributie van apps, en waarbinnen consumenten “gevangen” zitten.De uitspraak bevestigt ook het grote belang van Android en de greep van Google op dit mobiele platform. Dit belang zal alleen nog maar toenemen nu Android geïnstalleerd wordt op allerlei smart-apparaten. De data die daarmee beschikbaar komen voor Google zal de positie van Google op de advertentiemarkt nog verder verstevigen.
Het optreden van de EC tegen Google staat niet op zichzelf. Al eerder heeft de EC hoge boetes opgelegd aan Google voor het bevoordelen van haar eigen shopping dienst en advertentie dienst ten opzichte van concurrerende aanbieders. Daartegen lopen op dit moment beroepsprocedures van Google. De Commissie doet ook onderzoek naar andere Big-Tech ondernemingen, zoals naar Apple wat betreft de toegang tot haar digital wallets, de hoge commissies voor andere app-aanbieders en de verplichting het betaalsysteem van Apple te gebruiken. Dit laatste vormt ook onderwerp van een onderzoek van de ACM tegen Apple. Ook Amazon ligt onder vuur van de EC.
De vormen van misbruik die bij deze Big-Tech-zaken aan de orde zijn, zoals exclusiviteiten, bevoordeling en gebruik van verkregen data, zijn ook relevant voor ondernemingen in andere sectoren, die een belangrijke positie op de markt hebben, bijvoorbeeld door de beschikking over data, systemen of platforms die voor potentiële concurrenten van belang kunnen zijn.