Externe bestuurdersaansprakelijkheid ook mogelijk als de bestuurder geen ernstig verwijt kan worden gemaakt
Hoge Raad 23 november 2012, LJN BX5881 (Van de Riet/Hoffmann c.s.)
Op 23 november 2012 heeft de Hoge Raad een belangrijke uitspraak gedaan op het gebied van externe bestuurdersaansprakelijkheid. De Hoge Raad formuleert namelijk een aantal nieuwe maatstaven.
1) De hoofdlijnen van het arrest en het belang voor de praktijk
Naast de reeds bestaande maatstaf voor externe bestuurdersaansprakelijkheid, waarin de bestuurder persoonlijk aansprakelijk kan worden gehouden voor niet-nakoming door de vennootschap op grond van een (persoonlijk) ernstig verwijt (zie o.a. het arrest Ontvanger/Roelofsen (LJN AZ0758)), kan een bestuurder op grond van het onderhavige arrest ook aansprakelijk worden gehouden, indien:- de vennootschap aansprakelijk is, omdat zij onrechtmatig heeft gehandeld en de bestuurder persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt dat hij dat handelen in verband met de kenbare belangen van de benadeelde had behoren te voorkomen;
- de bestuurder heeft gehandeld in strijd met een op hem persoonlijk rustende zorgvuldigheidsverplichting jegens een derde. Hierbij gelden de gewone regels van onrechtmatige daad en is niet vereist dat de bestuurder een ernstig verwijt kan worden gemaakt.
2) Bespreking van het arrest
Feiten en achtergrond De kopers van een villa in Spanje stellen de bij de koopovereenkomst betrokken bemiddelende vennootschap en haar (indirecte) bestuurder hoofdelijk aansprakelijk, nadat de villa is afgebroken als gevolg van problemen met de benodigde vergunningen. De volgende feiten zijn relevant:- Op een in februari 2004 georganiseerde woningbeurs komen de kopers in contact met een vennootschap (de “Vennootschap”) die zich richt op het bemiddelen tussen verkopers en kopers van onroerend goed aan de Costa Blanca in Spanje;
- In mei 2004 bezichtigen de kopers onder begeleiding van o.a. de (indirecte) bestuurder (verder aangeduid als de “Bestuurder”) van de Vennootschap een woningbouwproject in Spanje. Er zijn rode borden met een waarschuwingstekst bij het project geplaatst. Volgens de Bestuurder waren de borden geplaatst omdat er meer werd gebouwd dan toegestaan. Na betaling van een boete door de eigenaar van het project, zou het probleem zijn opgelost;
- In juni 2004 brengen de eigenaar van het project en de Bestuurder samen een bezoek aan de kopers. In de periode daarna wordt overeenstemming bereikt over de betalen koopprijs voor een nog te bouwen huis. Als enige tijd daarna de kopers vernemen dat de geplande bouw niet kan plaatsvinden vanwege protest van omwonenden, ontbinden zij de koopovereenkomst. Aan de kopers wordt voorgesteld om naar Spanje te komen om een alternatieve locatie/woning uit te zoeken;
- Eind november 2004 bezichtigen de kopers onder begeleiding van de Bestuurder een half afgebouwde villa, die onderdeel uitmaakt van een ander woningbouwproject in Spanje. Tijdens deze bezichtiging deelt de Bestuurder onder meer aan de kopers mee dat het huis een goede investering is en doet hij een suggestie voor de wijze van financiering. De Bestuurder is op dat moment op de hoogte van problemen met betrekking tot de bouw-vergunningen voor dit woningbouwproject en van geruchten dat de villa’s met afbraak werden bedreigd. Hij deelt deze informatie echter niet met de kopers;
- Direct na de bezichtiging van november 2004 bereiken de kopers overeenstemming met de verkoper. Eind januari 2005 vernemen de kopers echter dat de door hen gekochte villa is afgebroken, omdat op het desbetreffende stuk grond niet mocht worden gebouwd en daarvoor ook geen bouwvergunning was afgegeven. De kopers beginnen vervolgens een gerechtelijke procedure tegen onder meer de Bestuurder en de Vennootschap.
- er sprake is van de situatie waarin een schuldeiser wordt benadeeld door het onbetaald en onverhaalbaar blijven van diens vordering, ingeval de bestuurder (i) namens de vennootschap een verbintenis is aangegaan, dan wel (ii) heeft bewerkstelligd of toegelaten dat de vennootschap haar wettelijke of contractuele verplichtingen niet nakomt;
- de vennootschap onrechtmatig heeft gehandeld en de bestuurder naast de vennootschap aansprakelijk kan worden gehouden, omdat hem persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt op de grond dat hij dat handelen van de vennootschap in verband met de kenbare belangen van de benadeelde had behoren te voorkomen;
- een bestuurder heeft gehandeld in strijd met een op hem persoonlijk rustende zorgvuldigheidsverplichting jegens een derde.