Gerechtshof Den Haag 21 mei 2019
Een werkneemster van een grote supermarkt komt na werktijd ten val, wanneer zij uitglijdt over een even tevoren door haarzelf gedweilde vloer. Volgens de vrouw, die bij de val enkele kneuzingen opliep, overkwam het ongeval haar nog bij de uitoefening van haar werkzaamheden voor de supermarkt. Zij houdt de supermarkt dan ook aansprakelijk voor de door haar geleden schade.
In de deelgeschillenprocedure wijst de kantonrechter de claim van de vrouw af, omdat het ongeval niet tijdens de uitoefening van de werkzaamheden zou hebben plaatsgevonden en er geen sprake zou zijn van een schending van de zorgplicht ex art. 7:658 BW door de supermarkt. Het ongeval zou te wijten zijn geweest aan een ongelukkige samenloop van omstandigheden. Daarvan komt de vrouw in hoger beroep.
Het hof constateert eerst dat de precieze toedracht van het ongeval niet is vast komen te staan. Maar het hof oordeelt dat ook in het geval ervan wordt uitgedaan dat de vrouw na afronding van haar werkzaamheden en sluitingstijd boodschappen zou hebben gedaan, de vrouw dat heeft gedaan op haar werkplek en vóórdat zij het filiaal heeft verlaten. Deze handelingen staan daardoor zo nauw in relatie tot het dienstverband van de vrouw bij de supermarkt, dat het ongeval dat haar is overkomen moet worden gezien als een ongeval in de uitoefening van haar werkzaamheden. Het hof oordeelt vervolgens dat de supermarkt niet aan haar zorgplicht ex art. 7:658 BW heeft voldaan, en houdt de supermarkt dan ook aansprakelijk voor het ongeval.
Met deze uitspraak wordt duidelijk eens te meer duidelijk dat de werkgeversaansprakelijkheid ver kan strekken en dat het begrip ongeval in de uitoefening van de werkzaamheden ruim kan worden uitgelegd.
Mocht u hierover meer willen weten, aarzel dan niet om contact met ons op te nemen.
Klik hier voor de uitspraak:
Werkgever ook aansprakelijk voor uitglijden werkneemster na werktijd
Werkgever ook aansprakelijk voor uitglijden werkneemster na werktijd
4 juli 2019