Rechtbank Gelderland 30 april 2018
Eiser ontvangt begin 2012 een letselschadevergoeding waarna hij bijstand aanvraagt. De aanvraag wordt door het college b&w geweigerd omdat het vermogen van eiser te hoog zou zijn. Na een tweede verzoek in 2013 wordt het verzoek toch ingewilligd met de vermelding dat de letselschadevergoeding voor het merendeel wordt ‘vrijgelaten’. Vervolgens wordt in 2017 het recht op bijstand beëindigd wegens gewijzigde inzichten.
De rechtbank komt tot het oordeel dat het besluit in 2013 niet als fout besluit kan worden aangemerkt, omdat het college op grond van de WWB bevoegd is de letselschadevergoeding niet tot de middelen te rekenen. Van een rechtmatig en begunstigend besluit kan een bestuursorgaan enkel terugkomen indien sprake is van onvoorziene omstandigheden en zwaarwegende redenen. De enkele stelling dat sprake is van gewijzigde inzichten is hiervoor onvoldoende, aldus de rechtbank.
Al met al is de uitspraak duidelijk: een bestuursorgaan kan niet zomaar terugkomen op een besluit om letselschadevergoeding niet te rekenen tot aanvragers’ middelen. Wel laat de rechtbank de deur op een kier door te overwegen dat het college geen beleid had opgesteld of een vaste gedragslijn had gevolgd bij nemen van het bestreden besluit. Dit zou evenwel kunnen betekenen dat het vastleggen van voortschrijdende inzichten (in bijvoorbeeld een beleidsregel) het voor het college mogelijk zou maken terug te komen op een eerder genomen bijstandsbesluit.
Wilt u hier meer over weten? Neem dan contact op met Janneke Kruijswijk Jansen (Janneke.kruijswijk.jansen@kvdl.com).
Klik hier voor de uitspraak:
De schadevergoeding voor het verlies aan verdienvermogen en het recht op bijstand