Hoge Raad 25 mei 2018
De Hoge Raad heeft een principiële uitspraak gedaan over het wettelijk systeem van aansprakelijkheid van grondroerders voor schade aan leidingen (de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten, het Besluit informatie-uitwisseling ondergrondse netten en de CROW-Richtlijn Zorgvuldig Graafproces). Belangrijk is onder meer dat de Hoge Raad oordeelt dat een grondroerder er niet zonder meer op mag vertrouwen dat de door de netbeheerder verstrekte gegevens over het verloop van de leiding op ten minste één meter nauwkeurig is, hoewel de netbeheerder daartoe wettelijk verplicht is (art. 5 lid 2 BION). Reden daarvoor is dat de werkelijke ligging door tal van oorzaken kan afwijken en dat de vraag in hoeverre de grondroerder mag vertrouwen op de juistheid van de gegevens, afhangt van de specifieke omstandigheden. Wel kan schending van art. 5 lid 2 BION tot een vorm van eigen schuld van de netbeheerder leiden.
Belangrijk is ook dat de Hoge Raad ingaat op het gewicht van de CROW-Richtlijn Zorgvuldig Graafproces op de zorgplicht van de grondroerder. Deze richtlijn beïnvloedt de invulling van de zorgplicht van een grondroerder. De Hoge Raad oordeelt dat de rechter bij die invulling in beginsel moet aansluiten bij de richtlijn en bij afwijking daarvan moet motiveren welke omstandigheden dat in dit concrete geval rechtvaardigen.
De Hoge Raad concludeert dat het hof ten onrechte had geoordeeld dat de grondroerder hier erop mocht vertrouwen dat de verstrekte gegevens correct waren en geen verder onderzoek hoefde te doen.
Belangrijk arrest Hoge Raad over aansprakelijkheid voor leidingschades