Beëindiging arbeidsovereenkomst
Beëindiging arbeidsovereenkomst
De werkgever kan de arbeidsovereenkomst alleen beëindigen indien daar een redelijke grond voor is en herplaatsing van de werknemer binnen een redelijke termijn, al dan niet met behulp van scholing, in een andere passende functie niet mogelijk is of niet in de rede ligt.Redelijke grond
De wetgever heeft een strikte scheiding van ontslaggronden voor ogen. De arbeidsovereenkomst kan alleen worden beëindigd wanneer aan alle toepasselijke vereisten van de relevante ontslaggrond is voldaan. Cumulatie van verschillende gronden is niet mogelijk. In de Ontslagregeling zijn nadere regels gesteld met betrekking tot een redelijke grond voor opzegging, de herplaatsing van de werknemer en de redelijke termijn. In art. 7:669 lid 3 BW zijn – limitatief - acht ontslaggronden opgenomen: [expand title="Sub a: Bedrijfseconomische redenen" tag="h2"]- De werkgever kan de arbeidsovereenkomst opzeggen op grond van bedrijfseconomische redenen wanneer: arbeidsplaatsen vervallen als gevolg van de beëindiging van de werkzaamheden van de onderneming of;
- over een toekomstige periode van ten minste 26 weken bezien, arbeidsplaatsen noodzakelijkerwijs vervallen als gevolg van het wegens bedrijfseconomische omstandigheden treffen van maatregelen voor een doelmatige bedrijfsvoering
- het bij regelmaat niet kunnen verrichten van de bedongen arbeid niet het gevolg is van onvoldoende zorg van de werkgever voor de arbeidsomstandigheden van de werknemer
- aannemelijk is dat binnen 26 weken geen herstel zal optreden
- binnen 26 weken de bedongen arbeid niet in aangepaste vorm kan worden verricht
- de werkgever de werknemer tijdig van zijn ongeschiktheid in kennis heeft gesteld
- de werkgever de werknemer in voldoende mate in de gelegenheid heeft gesteld om zijn functioneren te verbeteren
- de ongeschiktheid niet het gevolg is van onvoldoende zorg van de werkgever voor scholing van de werknemer of voor zijn arbeidsomstandigheden
- de werkgever eerst de loondoorbetaling heeft gestaakt of;
- de werknemer schriftelijk heeft gewaarschuwd
- Het drukken en verspreiden van uitgaven met een onzedelijk of kwetsbaar karakter
- De aanleg van wegen door natuurgebieden
- Het verzekeren van bontjassen
- Het meewerken aan de bouw van kerncentrales
- Contacten met landen die mensenrechten schenden