Komt de uitkering op grond van een aanvullende WIA-verzekering in aanmerking voor verrekening met de schadevergoeding?
Rechtbank Den Haag 14 april 2022
Een militair is tijdens zijn uitzending blootgesteld aan diverse traumatiserende gebeurtenissen. Als gevolg daarvan is een posttraumatische stressstoornis ontstaan. De Staat heeft als werkgever aansprakelijkheid erkend. De betrokkene was op het moment dat hij uitviel via zijn toenmalige werkgever aanvullend verzekerd voor de WIA. Er was een WIA-excedent en een WIA-aanvullingsverzekering afgesloten. Volgens de Staat dienen de uitkeringen uit die verzekeringen in mindering te worden gebracht op de schadevergoeding.
Wanneer eenzelfde gebeurtenis voor de benadeelde naast schade tevens voordeel heeft opgeleverd, moet dit voordeel, voor zover dit redelijk is, bij de vaststelling van de te vergoeden schade in rekening worden gebracht. In de uitspraak van de Hoge Raad uit 2010 (ECLI:NL:HR:2010:BM7808) is in geval van letselschade nader geconcretiseerd onder welke omstandigheden een uitkering uit verzekering als voordeel op een schadevergoeding in mindering kan worden gebracht. Volgens de Hoge Raad is onder meer van belang of sprake is van een schade- of sommenverzekering. Wanneer sprake is van een sommenverzekering vindt in het algemeen geen verrekening plaats.
Uit jurisprudentie over de kwalificatie van een particuliere arbeidsongeschiktheidsverzekering volgt dat van belang is of het inkomen van betrokkene een rol heeft gespeeld bij zowel de totstandkoming van de verzekering als bij de bepaling van de hoogte van de uitkering. Is dat het geval dan bestaat er een koppeling tussen de daadwerkelijk geleden schade en de hoogte van de uitkering, zodat sprake is van een schadeverzekering.
Volgens de rechtbank is in dit geval sprake van een verzekering met een gemengd karakter. De verzekering lijkt op een schadeverzekering omdat er een koppeling bestaat tussen het laatst verdiende inkomen van betrokkene enerzijds en het verzekerde bedrag en de hoogte van de uitkeringen anderzijds. Daarnaast kan de hoogte van de uitkeringen wijzigen als de mate van arbeidsongeschiktheid wijzigt of als er wijzigingen plaatsvinden in de WIA-uitkering door inkomsten uit arbeid, hetgeen ook duidt op een schadeverzekering. Maar er is ook gebleken dat de verzekeraar niet toetst of daadwerkelijk sprake is van inkomensverlies. In zoverre zijn de verzekeringsuitkeringen volgens de rechtbank niet afhankelijk van de daadwerkelijk geleden vermogensschade. De rechtbank concludeert op basis hiervan en de overige omstandigheden dat verrekening voor 50% het meest recht doet aan de situatie en daarom redelijk is.
Zoals de rechtbank ook signaleerde is dit de eerste uitspraak over de kwalificatie van WIA-verzekeringen. Dat alleen indirect (via de WIA-toekenning) werd getoetst in hoeverre sprake is van vermogensschade is voor de Rechtbank Den Haag niet voldoende om te kunnen oordelen dat sprake is van een zuivere schadeverzekering. In andere gevallen zou de rechter – afhankelijk van de polisvoorwaarden – ook tot een ander oordeel kunnen komen.
Wilt u hier meer over weten? Aarzel dan niet om contact met ons op te nemen!
Klik hier voor de uitspraak:
WIA-verzekering: schade- of sommenverzekering?