Rust op de opdrachtgever een verzekeringsplicht voor verkeersongevallen van opdrachtnemers?
Hoge Raad 17 september 2021
Een zpp’er is als bestuurder van de bedrijfsauto van zijn opdrachtgever een eenzijdig ongeval overkomen. In deze procedure staat de vraag centraal of het niet afsluiten van een inzittendenschadeverzekering door de opdrachtgever in strijd is met de ten opzichte van de zzp’er in acht te nemen redelijkheid en billijkheid.
Het hof achtte niet uitgesloten dat de aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid in de rechtsverhouding tussen een opdrachtgever en een opdrachtnemer onder omstandigheden meebrengt dat op de opdrachtgever een verzekeringsplicht rust die vergelijkbaar is met de verzekeringsplicht die die opdrachtgever op grond van art. 7:611 BW jegens zijn werknemers heeft. Daarvoor is volgens het hof vereist dat (i) werkzaamheden zijn verricht in de uitoefening van het beroep of bedrijf van de opdrachtgever en (ii) dat de opdrachtnemer zich in een vergelijkbare positie bevindt als een werknemer die werkzaam is in het bedrijf van de opdrachtgever (HR 23 maart 2012, ECLI:NL:HR:2012:BV0616). In dit geval bevond de zzp’er zich volgens het hof niet in een vergelijkbare positie. Er was sprake van een ‘op gelijkwaardigheid gebaseerde relatie’ tussen partijen.
De zzp’er heeft zich in cassatie op het standpunt gesteld dat hij zich, anders dan het hof heeft aangenomen, wél in een met een werknemer vergelijkbare positie bevond. Door de (verzekeraar van de) opdrachtgever werd voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep ingesteld tegen het oordeel van het hof dat niet is uitgesloten dat sprake is van een verzekeringsplicht.
De Hoge Raad doet de zaak af met een beroep op art. 81 RO. Een motivering blijft derhalve achterwege waardoor de principiële vraag of op de opdrachtgever een verzekeringsplicht rust die vergelijkbaar is met de verzekeringsplicht die hij op grond van art. 7:611 BW jegens zijn werknemers heeft, onbeantwoord blijft.
De werkgever is uit hoofde van zijn verplichting zich als een goed werkgever te gedragen gehouden zorg te dragen voor een behoorlijke verzekering van werknemers wier werkzaamheden ertoe kunnen leiden dat zij als bestuurder van een motorvoertuig betrokken raken bij een verkeersongeval. Deze verplichting vindt zijn grondslag in de jurisprudentie van de Hoge Raad (HR 1 februari 2008, ECLI:NL:HR:2008:BB6175 en HR 1 februari 2008, ECLI:NL:HR:2008:BB4767). In dit arrest had de Hoge Raad die verzekeringsplicht uit kunnen breiden naar zelfstandigen die tijdens het werk betrokken zijn geraakt bij een verkeersongeval. De Hoge Raad komt echter niet toe aan de inhoudelijke behandeling van dit punt.
Wilt u hier meer over weten? Aarzel dan niet om contact met ons op te nemen!
Klik hier voor de uitspraak:
Verkeersongeval zzp’er