Hoge Raad 20 september 2019
Na een verkeersongeval waarbij een bromfietser gewond is geraakt heeft de rechter in een deelgeschil geoordeeld dat de veroorzaker (een bestelwagen) aansprakelijk is voor het letsel. De kosten van het deelgeschil zijn begroot op € 5.161,-. In de daaropvolgende bodemprocedure is verlof verleend om tussentijds hoger beroep in te stellen. Het hof heeft de deelgeschilbeschikking vernietigd wat betreft de daarin uitgesproken kostenveroordeling. Volgens het hof heeft de deelgeschilrechter ten onrechte geen rekening gehouden met de eigen schuld van de benadeelde. De kosten worden vervolgens opnieuw begroot. De benadeelde heeft cassatieberoep ingesteld.
De Hoge Raad oordeelt dat de benadeelde niet-ontvankelijk is nu geen sprake is van een eindbeslissing van het hof. Het hof heeft geen verlof verleend om tussentijds cassatieberoep in te stellen.
Ten overvloede merkt de Hoge Raad op dat de vernietiging door het hof van de in de deelgeschilbeschikking uitgesproken kostenveroordeling zich niet verdraagt met de wettelijke regeling. Hoger beroep tegen een deelgeschilbeschikking is immers in beginsel uitgesloten. Daarop wordt uitsluitend een uitzondering gemaakt indien na de deelgeschilprocedure een bodemprocedure volgt. In die procedure gelden de in de deelgeschilbeschikking uitdrukkelijk en zonder voorbehoud gegeven beslissingen tussen partijen betreffende hun materiële rechtsverhouding als waren zij in een tussenuitspraak gedaan en kunnen zij (na verlof van de rechtbank) in hoger beroep worden bestreden. De achtergrond daarvan is dat de rechter in de bodemprocedure aan deze eindbeslissingen gebonden is.
Aan een veroordeling van een van partijen in een deelgeschilbeschikking komt echter in de bodemprocedure geen verdergaande betekenis toe dan wanneer zij zou zijn opgenomen in een tussen partijen gewezen vonnis in kort geding. Dit brengt mee dat de rechter in een eventueel volgende bodemprocedure niet aan zodanige veroordeling gebonden is en dat die veroordeling haar werking verliest indien in de bodemprocedure in het dictum een andere beslissing wordt gegeven over de desbetreffende vordering. Het hof was daarom niet bevoegd om de kostenveroordeling te vernietigen. De door het hof gegeven kostenveroordeling heeft daarom nu dezelfde werking als een veroordeling in kort geding, zodat de rechtbank daaraan in de voortzetting van de procedure niet gebonden is.
Wilt u hier meer over weten? Aarzel dan niet om contact met ons op te nemen.
Klik hier voor de uitspraak:
Tussentijds hoger beroep tegen kostenveroordeling in deelgeschil mogelijk?
Tussentijds hoger beroep tegen kostenveroordeling in deelgeschil mogelijk?
4 oktober 2019