Prevaleert het verschoningsrecht van medische hulpverleners boven het belang dat de waarheid aan het licht komt?

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 23 april 2019

X is toegelaten tot het bewijs van haar stelling dat erflater feitelijk wilsonbekwaam was bij maken van zijn testament. Zij heeft daartoe drie getuigen opgeroepen, allen werkzaam bij Y. Elk van deze getuigen heeft zich ten aanzien van de gestelde vragen verschoond van de verplichting getuigenis af te leggen, omdat zij als beroepsbeoefenaar en als hulpverlener tot geheimhouding verplicht zijn omtrent hetgeen hen in die hoedanigheid is toevertrouwd.

De rechter-commissaris oordeelt dat de grondslag van het verschoningsrecht (art. 165 lid 2 Rv) een in Nederland geldend algemeen rechtsbeginsel is. Dit brengt mee dat bij deze vertrouwenspersonen het maatschappelijk belang dat de waarheid in rechte aan het licht komt, moet wijken voor het maatschappelijk belang dat een ieder zich vrijelijk en zonder vrees voor openbaarmaking van het besprokene om bijstand en advies tot hen moet kunnen wenden. Het is aan de getuige om te beslissen of hij gebruik maakt van zijn bevoegdheid zich te verschonen van zijn plicht te getuigen. Het verschoningsrecht is echter niet absoluut. In uitzonderlijke omstandigheden moet het belang dat de waarheid aan het licht komt prevaleren boven het verschoningsrecht. Dergelijke zeer uitzonderlijke omstandigheden zijn in dit geval niet gebleken. De door X gestelde omstandigheden (opmerkingen over testamenten die erflater eerder heeft gemaakt en zijn vermeende fysieke en geestelijke gezondheid) is niet als zodanig aan te merken. De aard van het verschoningsrecht brengt mee dat de opgegeven vragen niet behoeven te worden beantwoord, zolang de rechter aan redelijke twijfel onderhevig acht of die beantwoording naar waarheid zou kunnen geschieden zonder dat geopenbaard wordt wat verborgen dient te blijven. Dat is voor alle vragen die gesteld zijn het geval.

Wilt u hier meer over weten? Aarzel dan niet om contact met ons op te nemen.

Klik hier voor de uitspraak:
Prevaleert het verschoningsrecht van medische hulpverleners boven het belang dat de waarheid aan het licht komt?