Kan de verzekeraar een succesvol beroep doen op de wapenclausule na een steekincident?
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 30 december 2019
Nadat een 13-jarige jongen een leeftijdsgenootje in zijn rug heeft gestoken en zijn ouders de aansprakelijkheid voor dit incident hebben erkend, stelt de aansprakelijkheidsverzekeraar met een beroep op de wapenclausule dat er geen dekking is voor de schade van de neergestoken jongen. Nadat de rechtbank eerder al heeft beslist dat er wél dekking is, buigt het hof zich nogmaals over de kwestie. Komt het hof tot eenzelfde oordeel?
Het hof stelt voorop dat nu het hier gaat om de uitleg van een beding waarover niet onderhandeld is, de uitleg daarvan met name afhankelijk van objectieve factoren. Verder dient als uitgangspunt genomen te worden dat het een verzekeraar vrijstaat om in de polisvoorwaarden de grenzen te omschrijven waarbinnen hij bereid is dekking te verlenen én dat de ouders de verzekeringsovereenkomst zijn aangegaan als consument en dat zodoende bij onduidelijkheid over een beding, de voor hen gunstige uitleg prevaleert.
Vervolgens gaat het hof in op de wapenclausule zelf. In deze clausule is opgenomen dat schade in verband met het bezit of gebruik van wapens niet verzekerd is. De verzekeraar stelt zich op het standpunt dat de clausule categorisch is bedoeld en dat daar dus uit volgt dat het niet uitmaakt wie het wapen heeft gebruikt of met welke intentie: alle schade die erdoor wordt veroorzaakt is van dekking uitgesloten. Het slachtoffer stelt zich, met een verwijzing naar de opzetuitsluitingsgrond – waarin is opgenomen dat die bepaling uitsluitend geldt wanneer het wederrechtelijke handelen of nalaten aan verzekerde is toe te schrijven – daarentegen op het standpunt dat het bezit of gebruik van een wapen aan diens ouders moet kunnen worden toegerekend, wil de dekking op grond van de wapenclausule zijn uitgesloten.
Het hof volgt de lijn van de verzekeraar niet. Doordat in de wapenclausule wordt gerefereerd aan het bezit of gebruik van een wapen, wordt geïmpliceerd dat niet iedere schade door een wapen van dekking is uitgesloten. Volgens het hof ontstaat hierdoor voor een consument onduidelijkheid over wanneer er dekking wordt verleend. Daarnaast stelt het hof dat voor diezelfde consument niet duidelijk is dat de uitsluitingsgrond van de opzetclausule niet zou gelden voor de wapenclausule en dat de schade die veroorzaakt wordt door een kind met een wapen aldus niet gedekt zou zijn. Doordat er twijfel bestaat over de betekenis van het beding, dient de voor het slachtoffer gunstige uitleg te prevelaren. Het hof komt dan ook tot de conclusie dat een beroep op de wapenclausule niet opgaat en er dus wél dekking bestaat.
Wat verder interessant is aan deze uitspraak is dat het hof ten overvloede overweegt dat zij van oordeel is dat als incident wel uitgesloten zou zijn van dekking, de wapenclausule vanwege de bijzondere omstandigheden, en dan met name de leeftijd van de jongens én het de omstandigheid dat de ouders van de daders geen blaam treft, van het geval niet van toepassing zou moeten worden verklaard. Toepassing zou namelijk niet tot een redelijk en aanvaardbaar resultaat leiden.
Wilt u hier meer over weten? Aarzel dan niet om contact met ons op te nemen.
Klik voor de uitspraak:
Kan de verzekeraar een succesvol beroep doen op de wapenclausule na een steekincident?