Geven gewijzigde omstandigheden zoals een echtscheiding of bedrijfsfaillissement reden tot extra waakzaamheid?
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 7 september 2021
A heeft via assurantietussenpersoon X een aantal verzekeringen afgesloten. Door een administratieve fout heeft de assurantietussenpersoon de premies echter jarenlang niet geïncasseerd bij X en hem evenmin herinneringen gestuurd. Toen X daar achter kwam, heeft zij A verzocht alsnog de openstaande facturen te voldoen. A stelt zich in dit hoger beroep op het standpunt dat X haar zorgplicht tegenover hem heeft geschonden door in september 2010 – toen X bekend raakte met zijn echtscheiding en het faillissement van zijn onderneming – geen contact te zoeken om zijn persoonlijke situatie te bespreken en zijn verzekeringsportefeuille af te stemmen op zijn persoonlijke situatie.
Uit de jurisprudentie blijkt dat de zorgplicht van de assurantietussenpersoon geldt ten aanzien van het adviseren en begeleiden vóór, bij en – zoals in dit geval aan de orde is – ook na het sluiten van de verzekering(en). De invulling van de zorgplicht wordt telkens beoordeeld aan de hand van de vraag wat van een redelijk bekwaam en redelijk handelend assurantietussenpersoon kan worden verlangd. Deze ‘open norm’ is afhankelijk van alle omstandigheden van het geval, waardoor de rechtspraak op dit gebied een sterk casuïstisch karakter heeft. Hoewel daarmee de precieze betekenis van de zorgplicht in concrete gevallen moeilijk te bepalen is, kan in het algemeen worden aangenomen dat op een assurantietussenpersoon een vergaande zorgplicht rust. Zo kan van de assurantietussenpersoon worden gevergd dat deze proactief tegen onderverzekering blijft waken en (ook) dat deze dit periodiek controleert. Heeft assurantietussenpersoon X ook in deze zaak zijn zorgplicht geschonden?
Het hof oordeelt van niet. Weliswaar geldt dat een assurantietussenpersoon – indien hij bekend wordt met feiten die gevolgen kunnen hebben voor de dekking – de verzekerde daarop moet wijzen. Dat zal met name van belang zijn bij gewijzigde omstandigheden die tot gevolg hebben dat schades die voorheen verzekerd waren niet langer of in mindere mate voor vergoeding in aanmerking komen. Indien X contact met A zou hebben opgenomen, zou er volgens het hof echter niks veranderd zijn aan de door A afgesloten ziektekostenverzekering, pleziervaartuigverzekering, de avp, de doorlopende reisverzekering en de opstalverzekering. Een echtscheiding of bedrijfsfaillissement heeft geen invloed op deze verzekeringen en hoeft op zichzelf ook geen aanleiding te zijn tot aanpassing daarvan, aldus het hof. Voor zover dit voor X zelf wel aanleiding gaf tot aanpassingen of het stellen van vragen, lag het op zijn weg om daarover contact op te nemen met zijn assurantietussenpersoon.
Wilt u hier meer over weten? Aarzel dan niet om contact met ons op te nemen!
Klik hier voor de uitspraak:
De zorgplicht van de assurantietussenpersoon na het afsluiten van de verzekeringen