Is de notaris aansprakelijk voor schade als gevolg van het niet kunnen inroepen van een bankgarantie?
Hoge Raad, 3 december 2021
In deze zaak werd een notaris aansprakelijk gehouden voor de schade die kopers van een bouwproject leden. Zij hadden op grond van art. 7:768 lid 3 BW 5 procent van de aanneemsom bij de notaris in depot gezet. Dit als pressiemiddel richting de aannemer om eventuele gebreken te herstellen. Nadat de aannemer een bankgarantie had gesteld (die een looptijd had van een half jaar), heeft de notaris de gelden uitgekeerd aan de aannemer. Toen deze failliet ging en de bank weigerde een uitbetaling te doen onder de bankgarantie, werd de notaris aangesproken.
Naar aanleiding hiervan heeft het hof geoordeeld dat de notaris zijn zorgplicht jegens de kopers heeft geschonden door het depot vrij te geven omdat de verstrekte bankgarantie niet kon worden aangemerkt als vervangende zekerheid als bedoeld in art. 7:768 lid 3 BW jo. art. 6:51 lid 2 BW. De afgegeven bankgarantie kon slechts worden ingeroepen nadat een bindende beslissing was gewezen in een procedure tussen de aannemer en de kopers terwijl de bankgarantie slechts een paar maanden looptijd had. Daarmee was bij voorbaat duidelijk dat vrijwel ondenkbaar was dat de bankgarantie met succes zou kunnen worden ingeroepen: ten aanzien van een geschil dat nog moest ontstaan zou dan vóór de vervaldatum van de bankgarantie (dus binnen zes maanden vanaf het moment dat de bankgarantie werd verstrekt) een bindende uitspraak moeten zijn gewezen.
De Hoge Raad is het eens met de beslissing van het hof, bekrachtigt het arrest en neemt ook aansprakelijkheid van de notaris aan.
Wilt u hier meer over weten? Aarzel dan niet om contact met ons op te nemen!
Klik hier voor de uitspraak:
De notaris en de bankgarantie