Moet een arbeidsongeschiktheidsverzekering worden aangemerkt als sommenverzekering en brengt dit mee dat deze niet voor verrekening in de zin van art. 6:100 BW in aanmerking komt?
Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 24 augustus 2021
In 2017 heeft een ongeval plaatsgevonden tussen een automobilist en een fietser. De auto is tegen wettelijke aansprakelijkheid verzekerd en de fietser heeft een arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV). De vraag is of de AOV moet worden aangemerkt als sommenverzekering of als schadeverzekering, althans een verzekering die aanleiding geeft tot periodieke uitkeringen die in feite strekken tot vergoeding van inkomensschade. De aansprakelijkheidsverzekeraar beroept zich op het standpunt dat indien sprake is van het laatste, de uitkering die de fietser uit hoofde van de AOV heeft ontvangen verrekend mag worden met de schade voor het verlies aan verdienvermogen die de aansprakelijkheidsverzekeraar dient te vergoeden (art. 6:100 BW).
Het hof oordeelt dat bij de beantwoording van de vraag of de AOV een schadeverzekering of een sommenverzekering is, doorslaggevend is of het inkomen zowel bij de totstandkoming van de verzekering als bij de bepaling van de hoogte van de uitkering een rol heeft gespeeld. Als dit niet het geval is dan is er sprake van een sommenverzekering. Indien sprake is van een sommenverzekering brengt dit echter niet zonder meer mee dat de uitkering niet kan worden betrokken bij de vraag in hoeverre 6:100 BW bij letselschade van toepassing is. De beoordeling van deze laatste vraag dient plaats te vinden aan de hand van de criteria genoemd in de uitspraak van de Hoge Raad van 1 oktober 2010 (ECLI:NL:HR:2010:BM7808; Verhaeg/Jenniskens).
Wilt u hier meer over weten? Aarzel dan niet om contact met ons op te nemen!
Klik hier voor de uitspraak:
De arbeidsongeschiktheidsverzekering en verrekening