Bill to Review the Right to Institute an Inquiry; Improved Position of Legal Persons
Wetsvoorstel herziening enquêterecht: verbetering positie rechtspersoon
Enquêterecht
Het enquêterecht is een belangrijk middel om geschillen en impasses binnen een vennootschap op te lossen. Op basis van de enquêteprocedure kan de Ondernemingskamer ingrijpen bij een rechtspersoon. Zij kan één of meer personen benoemen tot het instellen van een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van een rechtspersoon indien blijkt van gegronde redenen om aan een juist beleid te twijfelen. De Ondernemingskamer oordeelt op basis van het onderzoek of sprake is van wanbeleid en zij kan dan desgewenst voorzieningen treffen. Zo kunnen besluiten van de aandeelhoudersvergadering, het bestuur en de raad van commissarissen worden geschorst of vernietigd, kunnen bestuurders en commissarissen worden geschorst of ontslagen en andere bestuurders of commissarissen tijdelijk worden aangesteld en kan tijdelijk van statutaire bepalingen worden afgeweken. In de praktijk is van groot belang gebleken dat de Ondernemingskamer ook onmiddellijke voorzieningen kan treffen in elke stand van het geding indien dat in verband met de toestand van de rechtspersoon of in het belang van het onderzoek vereist is. In beginsel draagt de vennootschap de kosten van het onderzoek.Wetsvoorstel herziening enquêterecht
Uit een evaluatie van het enquêterecht komt naar voren dat het enquêterecht over het algemeen goed functioneert: de procedure is snel, oplossingsgericht en komt tegemoet aan de behoeften uit de praktijk. Op een aantal punten kan deze echter verbeterd worden. Hiertoe wordt het Wetsvoorstel gedaan (zie Staatscourant 2011 nr. 16586). Hierin zijn kort gezegd de volgende aanpassingen opgenomen:- de toegang tot de enquêteprocedure voor grote NV’s en BV’s (met een geplaatst kapitaal van € 22,5 miljoen) wordt gewijzigd; aandeelhouders van dergelijk NV’s en BV’s moeten over een groter aandeelhoudersbelang (van tenminste 1%) beschikken om een enquêteverzoek te kunnen indienen;
- de rechtspersoon en in geval van faillissement van de rechtspersoon, de curator, krijgen het recht om zelf een enquêteprocedure te starten;
- de Ondernemingskamer geeft iedere belanghebbende gelegenheid een verweerschrift in te dienen tot een bepaald tijdstip voorafgaand aan de zitting;
- de in de jurisprudentie ontwikkelde belangenafweging voor de toewijzing van de onmiddellijke voorzieningen worden in de wet vastgelegd;
- in geval nog geen onderzoek is gelast, worden onmiddellijke voorzieningen niet getroffen voordat de Ondernemingskamer voorlopig heeft geoordeeld dat toewijzing van het enquêterecht kan plaatsvinden;
- indien onmiddellijke voorzieningen worden getroffen voordat een onderzoek is gelast, beslist de Ondernemingskamer binnen een redelijke termijn daarna of een onderzoek plaatsvindt;
- het aansprakelijkheidsrisico van de onderzoekers wordt beperkt en de kostenregeling aangaande de onderzoekers en tijdelijk aangestelde bestuurders en commissarissen wordt aangepast;
- de onderzoekers dienen de in hun verslag genoemde personen in de gelegenheid te stellen om hun visie te geven op de bevindingen (hoor- en wederhoor); en
- een raadsheer-commissaris houdt toezicht op de onderzoeksfase.