Letselschade door verkeersongeval; toepassing billijkheidscorrectie
Letselschade door verkeersongeval; toepassing billijkheidscorrectie
In geschil is de vraag of de gedaagde aansprakelijk is voor de schade die bij eiser is opgetreden als gevolg van een verkeersongeval. Allereerst oordeelt de rechtbank dat gedaagde onrechtmatig jegens eiser heeft gehandeld door bij het afslaan, in strijd met art. 18 lid 1 RVV, geen voorrang te verlenen aan inhalend verkeer. Ook indien het voor gedaagde onmogelijk was het inhalend verkeer waar te nemen, kan dit krachtens de verkeersopvatting gedaagde worden toegerekend. Gedaagde is derhalve gehouden de schade van eiser te vergoeden. Door verwijtbaar gevaarzettend handelen heeft eiser echter ook zelf een aandeel in de totstandkoming van de schade. De rechtbank schat dit aandeel op 40%. Niet is gebleken dat gedaagde bij het ongeval (blijvende) gezondheidsschade heeft opgelopen. Dit is voor eiser anders. Toepassing van de billijkheidscorrectie leidt ertoe dat de vergoedingsplicht van gedaagde (van 60%) tot 80% wordt verhoogd.
Klik hier voor de uitspraak:
Letselschade door verkeersongeval; toepassing billijkheidscorrectie